V4 Grieks, bespreking fabel IV raaf en vos

Raaf en Vos
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Raaf en Vos

Slide 1 - Tekstslide

onderstreep in de hele tekst de persoonsvormen. Wat valt je op aan de gebruikte tijden en modi?

Slide 2 - Open vraag

ἀρπασας
de raaf
de vos
θεασαμενη
βουλομενη
στασα
λεγουσα
θελων
ἀποβαλων
ἀρπασασα
προσδραμουσα

Slide 3 - Sleepvraag

vorige sleepvraag: Wat valt op aan het aantal participia bij de raaf en de vos

Slide 4 - Open vraag

waaraan kun je in deze fabel zien dat een participium bij de raaf of de vos hoort?

Slide 5 - Open vraag

τουτο r. 6. Wat wordt hiermee bedoeld? Leg uit in het Nederlands

Slide 6 - Open vraag

Op welke manier is het moraal van dit verhaal anders dan die van de voorgaande fabels?

Slide 7 - Open vraag

In deze fabel zit tweemaal een als...dan zin. 
  • in regel 6  en 
  • in regel 9/10 

Slide 8 - Tekstslide

Is de tijd en modus van deze twee εἰ ... ἀν zinnen hetzelfde? Let zowel op de tijd als op de modus
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

ἀν + indicativus
Geeft een irrealis aan: met andere woorden: De voorwaarden in de εἰ zin kan vervuld worden, maar is niet waarschijnlijk

Slide 10 - Tekstslide

Denkt de raaf dat de voorwaarde in regel 6 wel vervuld kan worden?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Hoe denken de raaf en de vos over de voorwaarde in regel 9? kan deze wel of niet vervuld worden? Leg uit waarom.

Slide 12 - Open vraag

Wat zou ook een gepast moraal zijn voor deze fabel?

Slide 13 - Open vraag