Wederkerend voornaamwoord
Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord: werkwoorden met 'zich'.
Voorbeelden van wederkerende werkwoorden:
zich ergeren, zich vergissen, zich samen en zich wassen
Het wederkerende voornaamwoord 'Zich' verwijst naar de persoon of de personen die het onderwerp is of zijn in de zin.