In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
PWW-1 2023
Om te oefenen
Slide 1 - Tekstslide
Welk kenmerkend aspect hoort niet bij tijdvak 5?
A
Het begin van de Europese overzeese expansie
B
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid
D
Het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
Slide 2 - Quizvraag
Waarom was Hendrik de zeevaarder zo belangrijk voor deze periode?
A
Hij ontdekte op zijn zeereizen veel nieuwe handelsroutes
B
Hij ontdekte Brazilië waardoor Portugal er een groot gebied bij kreeg
C
Hij gaf veel geld en schepen om ontdekkingsreizen mogelijk te maken
D
Als Koning van Nederland heeft hij veel gedaan aan de Nederlandse zeevaart
Slide 3 - Quizvraag
Welke van onderstaande zinnen is/zijn goed?
1. Vasco da Gama ontdekte de zeeroute naar India 2. Hendrik de Zeevaarder voer als eerste rond de wereld 3. Columbus ontdekte Amerika en gaf het continent haar naam
A
Zin 1 en 2 zijn goed, zin 3 is fout
B
Zin 1 en 3 zijn fout, zin 2 is goed
C
Zin 1 is goed, zin 2 en 3 zijn fout
D
Zin 2 is goed, zin 1 en 3 zijn fout
Slide 4 - Quizvraag
Wat is handelskapitalisme?
A
Geld uitgeven aan handel
B
Mensen die veel geld hebben
C
Geld geven aan een goed doel
D
Geld investeren om winst te maken
Slide 5 - Quizvraag
Uit welk land kwam Hendrik de Zeevaarder?
A
Spanje
B
Italië
C
Brazilië
D
Portugal
Slide 6 - Quizvraag
Hendrik de Zeevaarder was:
A
Een rijke prins die geld investeerde
B
Belangrijke kapitein
C
Ontdekkingsreiziger die op reis ging
D
Arme matroos
Slide 7 - Quizvraag
reden ontdekkingsreizen
Gevolgen ontdekkingsreizen
geloof verspreiden
Slavernij
Avontuur
Wereldhandel
Verdwijnen culturen
Verspreiding ziektes
Slide 8 - Sleepvraag
Oorzaken van de ontdekkingsreizen
Gevolgen van de ontdekkingsreizen
Europa zelf naar Azië om producten te kopen.
Verbetering in de scheepvaart; kompas.
Europa zelf handelen in werelddelen; handelsposten
Gebieden veroverd; koloniën.
Verspreiding van Europese cultuur.
Verbetering in de scheepvaart; betere kaarten.
Slide 9 - Sleepvraag
Ontdekkingsreizen
Reformatie
Renaissance
Luther
Columbus
Humanisme
Conquistadores
Lof der Zotheid
Aflaat
Slide 10 - Sleepvraag
Wat hoort bij het tijdvak?
Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten
Protestanten
Renaissance
Ontdekkingsreizen
Handelskapitalisme
Wetenschappelijke revolutie
Hervorming
Tachtigjarige oorlog / Nederlandse Opstand
Republiek
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep de uitleg naar het juiste belang
om ontdekkingsreizen te financieren.
Economisch belang
Cultureel belang
Politiek belang
Gebied veroveren.
Snellere en goedkopere handelsroutes vinden.
Het christendom verspreiden.
Slide 12 - Sleepvraag
Wie was Marco Polo?
A
Een Spaanse handelaar
B
Een Turkse verhalenverteller
C
Een Venetiaanse handelaar
D
Een Nederlandse verhalenverteller
Slide 13 - Quizvraag
Het Turkse wereldrijk vernoemd naar stamvader .....
A
osmaanse rijk
B
Turksmaen
C
Osman
D
Suleiman
Slide 14 - Quizvraag
Wie profiteerden niet van de handel met Oost-Azië?
A
de karavanen
B
de tussenhandelaren
C
de Europeanen
D
de Aziaten
Slide 15 - Quizvraag
Welke invloed had het Osmaanse rijk op de handel?
A
Afname van de handel
B
Controle over belangrijke handelsroutes
C
Bevordering van de handel
D
Geen invloed op de handel
Slide 16 - Quizvraag
Hoe bereikten de karavanen uit het oosten Europa?
A
Te voet
B
Via de zijderoute
C
Met vliegtuigen
D
Over zee
Slide 17 - Quizvraag
Naar welk continent reisde Marco Polo?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Azië
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer reisde Marco Polo naar Azië?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
15e eeuw
D
12e eeuw
Slide 19 - Quizvraag
Wie was Columbus?
A
De ontdekker van Indië.
B
De ontdekker van Amerika
C
De ontdekker van Kaap De Goede Hoop.
D
De heer der Nederlanden.
Slide 20 - Quizvraag
Op welke afbeelding zie je Columbus?
A
B
C
D
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn conquistadores?
A
Spaanse expedities
B
De bemanning van de schepen van Columbus
C
Portugese ontdekkingsreizigers
D
Spaanse veroveraars
Slide 22 - Quizvraag
Via welke route wilde Columbus zijn reisdoel bereiken?
A
noordelijke route
B
oostelijke route
C
zuidelijke route
D
westelijke route
Slide 23 - Quizvraag
Waarom konden de conquistadores zo makkelijk de volkeren van Amerika verslaan?
A
Omdat God hen hielp in de strijd.
B
Vanwege de chaos in het gebied.
C
Vanwege hun geweren en harnassen.
D
Omdat hun schepen te sterk waren.
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de reconquista?
A
De verovering van Amerika op de Azteken
B
De herovering van Spanje op de islamitische Moren.
C
De verovering van Istanboel, zodat de specerijenhandel in handen kwam van de Portugezen
D
De vestiging van Europeanen in Amerika
Slide 25 - Quizvraag
Conquistadores
Encomienda
Encomendero
Haciëndas
Leen van de Spaanse koning in Spaans Amerika
Landgoed dat Spanjaarden kregen in de Nieuwe Wereld
Spaanse avonturiers die indiaanse volken onderwierpen
Leenman van de Spaanse koning in Spaans Amerika
Slide 26 - Sleepvraag
Hoe heetten de twee onderkoninkrijken in Amerika?
A
Nieuw Spanje en Brazilie
B
Nieuw Spanje en Peru
C
Nieuw Portugal en Brazilie
D
Nieuw Portugal en Peru
Slide 27 - Quizvraag
De trans-Atlantische slavenhandel was een.......van de Nieuwe Wetten.
A
directe oorzaak en onbedoeld gevolg
B
direct gevolg en een bedoeld gevolg
C
Indirecte oorzaak en een bedoeld gevolg
D
Indirect gevolg en een onbedoeld gevolg
Slide 28 - Quizvraag
Hoe kreeg Karel V een rijk in bezit waar de zon nooit onder ging?
A
Hij wist de Engelse kolonies te veroveren en een onderkoninkrijk te stichten in Noord Amerika.
B
Hij erfde grote delen van Amerika, Spanje en de Nederlanden. Ook had hij gebieden in Azië.
C
Hij was een meester in onderhandelen, zo sprokkelde hij zijn rijk bij elkaar.
D
Hij werd gekozen tot keizer van het Habsburgse rijk.
Slide 29 - Quizvraag
Wat is slavernij?
A
Systeem waarin mensen het eigendom van een ander zijn zonder rechten
B
Onvrije mensen met rechten
C
Vrije mensen met rechten
D
Onvrije mensen maar niet het bezit van een ander
Slide 30 - Quizvraag
De Nieuwe Wetten...
A
beschermden de slaven.
B
beschermden de mulatten.
C
beschermden de indianen.
D
beschermden de Europeanen.
Slide 31 - Quizvraag
Maak de zinnen op de juiste manier af:
De Nieuwe Wetten hadden als gevolg....
De driehoekshandel is een ..............van de Nieuwe Wetten.
het ontstaan van de slavenhandel vanuit Afrika
bedoeld
onbedoeld
Slide 32 - Sleepvraag
Welke bron is geschreven door
Maarten Luther en welke bron door Calvijn?
Maarten Luther
Johannes Calvijn
Slide 33 - Sleepvraag
Welke 2 zinnen zijn goed?
GOED
Begin 16e eeuw viel de kerk uiteen.
In Nederland had Luther veel aanhangers.
Karel V was een aanhanger van het protestantisme.
Luther en Calvijn waren belangrijke kerkhervormers.
Slide 34 - Sleepvraag
Calvijn
Luther
95-stellingen
Koning niet altijd gehoorzamen
Koning altijd gehoorzamen
God eren door te bidden
Slide 35 - Sleepvraag
Sleep de juist naam naar het juiste schilderij
Erasmus
Calvijn
Luther
Slide 36 - Sleepvraag
Er speelde nog iets in de strijd tussen katholieken en protestanten. Bron 40 gaat over iets dat
Luther en Calvijn extra boos maakte. Sleep in de bron de juiste woorden.