Wat heb je nodig bij de start van een eigen bedrijf?
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare school
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wat heb je nodig bij de start van een eigen bedrijf?
Slide 1 - Woordweb
Start van een eigen bedrijf
Financieel plan
I investeringsbegroting
wat heb je nodig?
II resultatenbegroting
wat ga je verdienen?
III financieringsplan
waar betaal je alles van?
Slide 2 - Tekstslide
I: Investeringsbegroting
Overzicht van de verwachte uitgaven (voor investeringen)
om een bedrijf te kunnen starten.
Bijvoorbeeld:
* gebouw
* transportmiddelen
* inventaris
* voorraad goederen
* banksaldo
*kassaldo
Slide 3 - Tekstslide
II: Resultatenbegroting
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.
Slide 4 - Tekstslide
Resultatenbegroting
Omzet
Inkoopwaarde
------------------ --
Brutowinst
Bedrijfskosten
------------------ --
Nettowinst
* Omzet = afzet x verkoopprijs
* Afzet = aantal stuks
* Omzet = verkoopopbrengst
* Voorbeelden van bedrijfskosten: huurkosten, vervoerskosten, reclamekosten etc.
* Negatieve nettowinst noemen we een nettoverlies.
Slide 5 - Tekstslide
Sabri's shop koopt zwembroeken in voor € 7,00 per stuk. Ze verkopen de zwembroeken voor € 10,99 per stuk. Bereken de brutowinst die de shop maakt op één zwembroek. Schrijf je berekening op.
Slide 6 - Open vraag
Brutowinst antwoord
Verkoopprijs: € 10,99
Inkoopprijs: € 7,00 -
Brutowinst: € 3,99
Slide 7 - Tekstslide
De omzet van 100 telefoonhoesjes is € 500,- (€ 5,- per stuk). De inkoopprijs van de telefoonhoesjes was € 250,-. De bedrijfskosten bedragen € 100,-. Hoeveel is de nettowinst? Schrijf je berekening op.
Slide 8 - Open vraag
Nettowinst antwoord
Verkoopprijs: € 500,-
Inkoopprijs: € 250,-
Brutowinst: € 250,-
Bedrijfskosten 100,-
Nettowinst: € 150,-
Slide 9 - Tekstslide
III: Financieringsplan
Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan zijn geld komt om te kunnen starten.