Check SE/CE -> Lees eerst goed de vraag. Geef antwoord op de vraag. Vaak bij vragen over moesson kan je dit stappenplan aanhouden:
• Benoem waar de ITCZ/ lagedrukgebied (L) ligt en waar het hogedrukgebied (H) zich bevindt ten opzichte van de plek waar het over gaat in de periode: ……
• Geef aan waar het lagedrukgebied naar toegeschoven is (bijvoorbeeld noord-zuid ten opzichte van …).
• Benoem de windrichting van de wind (dus waar de wind vandaan komt) – NO/NW/ZO/ZW -> 2 letters!!
• Benoem dat de wind op het ZH een afwijking naar links krijgt en op het NH een afwijking naar rechts en dus bij een het PASSEREN VAN DE EVENAAR een draai maakt.
• Geef aan of de wind wel of geen neerslag meeneemt -> Over zee
• Hou altijd rekening met de klimaatfactoren (check of deze in de vraag terugkomen)
o Breedteligging (hoe lager de breedte/ dichter bij de evenaar hoe warmer)
o Hoogteligging wat betreft neerslag (regenschaduw?)
o Hoogteligging wat betreft temperatuur (hoe hoger, hoe kouder)
o Land/ zeeverdeling.
o Ligging aan zee zorgt vaak voor milde zomers en winters en zorgt vaak voor veel neerslag.
- Let op: Uitzondering bij een koude zeestroom (Chili) -> er is hier een hoge luchtdruk geen neerslag