Uitleggen wat de taken zijn van de ministers en staatssecretarissen (R)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Nederland is een
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 5 - Quizvraag
De Verenigde Staten zijn een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 6 - Quizvraag
Het Verenigd Koninkrijk is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 7 - Quizvraag
Spanje is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 8 - Quizvraag
Frankrijk is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 9 - Quizvraag
Marokko is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 10 - Quizvraag
Turkije is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 11 - Quizvraag
Saoedi-Arabië is een...
A
Monarchie
B
Republiek
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel landen telt het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1
B
12
C
7
D
4
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Taken van de koning
De koning wordt staatshoofd door erfopvolging
De koning is onschendbaar: hij hoeft aan niemand uit te leggen waarom hij iets doet
Taken:
handtekening zetten onder nieuwe wetten
beëdigen van nieuwe ministers en hun staatssecretarissen
troonrede voorlezen (tijdens Prinsjesdag)
Slide 15 - Tekstslide
Regering =
Koning + alle ministers
Slide 16 - Tekstslide
Taken van het kabinet
Kabinet = alle ministers en staatssecretarissen
bedenken van wetsvoorstellen
uitvoeren van aangenomen wetten
maken van de begroting
Slide 17 - Tekstslide
Begrippen H6
monarchie =
onschendbaarheid =
regering =
kabinet =
staatssecretaris =
algemene beschouwingen =
Slide 18 - Tekstslide
H7: Het parlement beslist
Slide 19 - Tekstslide
Parlement = 1e & 2e Kamer
Eerste Kamer (75 leden): Indirecte verkiezingen
Tweede Kamer (150 leden): Directe verkiezingen
Burgers stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen voor het provinciebestuur. De leden van Provinciale Staten stemmen voor de Eerste Kamerleden.
(Eerste Kamer = een "afkoelsysteem")
Slide 20 - Tekstslide
De coalitie heeft een meerderheid in de Tweede Kamer nodig
In totaal: 150 zetels
De coalitie heeft er minstens 76 nodig (de helft +1)
Zo kan hun beleid (plannen voor de toekomst van Nederland) goedgekeurd worden door de Tweede Kamer
Slide 21 - Tekstslide
Wat doet het parlement?
(Mede)Wetgeving
Controle van de ministers (2e Kamer)
Eerste Kamer: alleen wetsvoorstellen goedkeuren of afkeuren (geen wetten veranderen)
Tweede Kamer: wetsvoorstellen afwijzen of veranderen.
Daarna gaat het naar de Eerste Kamer.
Slide 22 - Tekstslide
(Mede)wetgeving
Het Parlement bespreekt alle wetsvoorstellen. Eerst de Tweede Kamer, daarna de Eerste Kamer. Meestal maken ministers (H6) de wetsvoorstellen. Maar ook een Tweede Kamerlid mag een wetsvoorstel indienen. De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen ook veranderen en ten slotte erop stemmen. Als de meerderheid van de Tweede Kamer voor is, dan is de Eerste Kamer aan de beurt. Eerste Kamer mag alleen wetten goed- of afkeuren. Er is een meerderheid van de stemmen nodig.
Slide 23 - Tekstslide
Controle
Kamerleden controleren of de ministers en staatssecretarissen hun werk goed uitvoeren. Kamerleden kunnen de minister ter verantwoording roepen. De minister moet dan naar de Kamer komen, allerlei vragen beantwoorden en uitleggen waarom het mis is gegaan. Dit is de verantwoordingsplicht of ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering.
Het kabinet heeft een informatieplicht: het moet alle informatie aan het parlement geven en alle vragen op tijd en volledig beantwoorden.
Slide 24 - Tekstslide
Ministeriele verantwoordelijkheid
Ministers moeten de Kamerleden op de hoogte houden van hun plannen en maatregelen:
informatieplicht
verantwoordingsplicht
Slide 25 - Tekstslide
Fracties
Fractie = een of meerdere personen van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging
(in de Gemeenteraad, Provinciale Staten, Parlement)
Fractievoorzitter = het "gezicht" van de partij, woordvoerder, staat vaak bovenaan de kieslijst