Politiek Thema 3 Bestuur van Nederland

Bestuur van Nederland
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bestuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

  • Aan het einde van de les weten jullie de taken van de regering zijn
  • Jullie weten wat het kabinet is
  • Jullie weten wat ambtenaren zijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering



Taken:

1. Begroting opstellen en aanpassen


2.  Voorstellen van nieuwe wetten (en verantwoordelijk) voor het uitvoeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat de regering uit?
A
Koning en de ministers
B
De ministers
C
De ministers en eerste kamer
D
De ministers en tweede kamer

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ministers

Alle ministers samen 
vormen de ministerraad.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ministeriële verantwoordelijkheid


Niet de koning, maar de ministers zijn verantwoordelijk voor het bestuur van Nederland.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 
minister-president

De minister-president (premier) is de voorzitter van de ministerraad en de leider van de regering.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkplek van de premier

Zijn werkkamer bevindt zich in ‘het torentje’ in Den Haag 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet

Het kabinet is het ‘dagelijks bestuur’ van Nederland. 

Zij zijn ervoor verantwoordelijk dat Nederland goed bestuurd wordt en dat problemen worden opgelost.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat het kabinet uit?
A
Ministers en Koning
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Alleen de ministers
D
Premier en Ministers

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

      De constitutionele monarchie

Constitutioneel: 
De overheid moet zich altijd aan de Grondwet houden.
Monarchie: 
De koning is het staatshoofd van Nederland.
Sinds 1848 is de macht van de koning in de nieuwe Grondwet beperkt.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie heeft onze koning niet?
A
Hij leest de troonrede voor op Prinsjesdag
B
Hij houdt een kersttoespraak houdt jaarlijks een kersttoespraak houdt jaarlijks een kersttoespraak
C
Hij doet een voorstel voor een nieuwe wet
D
Hij gaat op staatsbezoek

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Elke minister is verantwoordelijk voor een onderwerp.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal politieke onderwerpen

Slide 14 - Woordweb

Ministerie van Buitenlandse Zaken: Verantwoordelijk voor de buitenlandse relaties van Nederland, waaronder diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en internationale handel.

Ministerie van Defensie: Verantwoordelijk voor de nationale veiligheid en defensie van Nederland, inclusief het beheer van de strijdkrachten.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Gaat over het onderwijsbeleid, cultuur, wetenschappelijk onderzoek, en emancipatie.


Rijksoverheid

De Rijksoverheid is de landelijke overheid
 in Nederland.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Rijksoverheid bestaat uit de ministeries en verschillende organisaties die taken voor de regering uitvoeren.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambtenaren
Een ambtenaar is een persoon die in dienst is van de overheid en verantwoordelijk is voor de uitvoering van overheidsbeleid en wetten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal voorbeelden van ambtenaren

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement
A. Parlement wordt ook wel Staten-Generaal genoemd

B. De volksvertegenwoordigers van het land; de Eerste en Tweede Kamer samen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel leden bestaat het parlement?
A
75
B
150
C
225
D
200

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Kamer
Kenmerken:
- 150 leden
- direct gekozen door het volk
- controleren de regering
- stemmen over wetsvoorstellen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Eerste Kamer
Kenmerken:
- 75 leden
- gekozen door de leden van de Provinciale Staten
- stemmen over wetsvoorstellen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De Tweede Kamer debatteert erover en de meerderheid keurt het wetsvoorstel goed.

De Eerste Kamer debatteert erover en de meerderheid keurt het wetsvoorstel goed.

De wet wordt ingevoerd.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie beslist of een wet ook echt een wetsvoorstel wordt?
A
De regering beslist
B
De tweede kamer beslist
C
De koning beslist
D
De tweede en de eerste kamer beslissen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recht van initiatief

Niet alleen de ministers, maar ook Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen indienen.

Recht van amendement


Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen wijzigen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regering controleren

Vragenrecht
Eerste en Tweede Kamerleden mogen vragen 
stellen aan een minister of staatssecretaris.


Budgetrecht
Eerste en Tweede Kamerleden hebben het recht om de uitgaven en inkomsten van de Rijksoverheid te controleren.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht om moties in te dienen: 

Eerste en Tweede Kamerleden hebben het recht om met een motie de regering op te roepen bepaalde maatregelen te nemen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees Artikel  Tweede Kamer wil opheldering over 
burgerdoden Irak
Tweede Kamerleden willen snel uitleg van het kabinet over de luchtaanval in 2015 in Irak waarbij zeker zeventig doden vielen, onder wie veel burgers. Ook willen ze weten waarom de Kamer hierover niet goed geïnformeerd is.

NOS NIEUWS • POLITIEK • 04-11-2019, 15:04

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van welk recht maakt de tweede kamer van deze situatie gebruik?
A
Vraagrecht
B
enquêterecht
C
Budgetrecht
D
onderzoeksrecht

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek- en enquêterecht:

 Het parlement kan een onderzoek instellen als een politieke kwestie heel grondig moet worden onderzocht.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg motie van wantrouwen en motie van afkeuring

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht om moties in te dienen

Motie: een middel om een discussiepunt in te brengen.
Motie van wantrouwen





Een Kamerlid zegt het vertrouwen in een minister of staatssecretaris op.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een constitutionele monarchie wat wordt hiermee bedoeld?
A
De koning is het staatshoofd van Nederland.
B
De koning heeft alle rechten in Nederland
C
De koning hoeft zich niet aan de wet te houden
D
De overheid moet zich altijd aan de Grondwet houden.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies