Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Quiz Taaltalent 2 H3
Quizvragen H3: Het eten
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quizvragen H3: Het eten
Slide 1 - Tekstslide
'Ga je mee naar het zwembad?'
Wat is het beste antwoord?
A
Ja, mooi!
B
Nee, leuk!
C
Ja, gezellig! Hoe laat?
D
Oh, wat jammer!
Slide 2 - Quizvraag
'Vind je kaas lekker?'
Wat is het beste antwoord?
A
Ja, ik vind kaas niet lekker.
B
Ik zie wel.
C
Goed idee.
D
Ja, ik vind kaas erg lekker.
Slide 3 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Het rundvlees
B
De kip
C
De biefstuk
D
De worst
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord past bij de foto?
A
De hete bliksem
B
De bezetting
C
De feestdag
D
Het stadhuis
Slide 5 - Quizvraag
Je moet de worst opwarmen.
Wat is de juiste imperatief?
A
Opwarm de worst.
B
Warm op de worst.
C
De worst warm op.
D
Warm de worst op.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
1. Ik neem een glaasje rode wijn.
2. Heeft u een tafeltje vrij?
3. Mogen we de kaart?
4. Ik wil graag betalen.
A
2, 3, 1, 4
B
1, 2, 3, 4
C
4, 1, 3, 2
D
3, 1, 2, 4
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord past hierbij?
betalen-rekening-
A
bord
B
fooi
C
boos
D
boon
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord past hierbij?
soep-voorgerecht-
A
dessert
B
eetcafé
C
toetje
D
vooraf
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord past in de zin?
Ik wil graag betalen. Mag ik de ______?
A
fooi
B
bonnetje
C
kaart
D
rekening
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord past in de zin?
Deze oude kaas is lekker _______.
A
smaakt
B
hartig
C
keuze
D
verwarmen
Slide 11 - Quizvraag
Welke imperatief past in deze zin?
________ de spaghetti met kaas.
A
Zet
B
Verhit
C
Bestrooi
D
Doe
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord past bij de afbeelding?
A
Warm
B
Pittig
C
Zoet
D
Zuur
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord past NIET in de zin?
Is deze stoel _____?
A
druk
B
vrij
C
bezet
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord past er NIET bij?
stamper-stamppot-
A
hete bliksem
B
boerenkool
C
hutspot
D
erwtensoep
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord hoort er NIET bij?
restaurant-uit eten-
A
reserveren
B
menukaart
C
bestellen
D
roeren
Slide 16 - Quizvraag
Wat doet deze persoon?
A
serveren
B
reserveren
C
koken
D
trakteren
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Quiz Taaltalent 2 H3 en H4
Juni 2021
- Les met
32 slides
Bijna vakantie quiz
Juni 2022
- Les met
37 slides
Quiz Taaltalent 2 H6
Februari 2024
- Les met
22 slides
Quiz Taaltalent 2 Hoofdstuk 1
Maart 2021
- Les met
14 slides
Bijna vakantie quiz
7 dagen geleden
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Quiz Taaltalent 2 H7
Oktober 2021
- Les met
19 slides
Het bijvoeglijk naamwoord
April 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdstuk 6 : In een restaurant
Januari 2023
- Les met
35 slides
NT2
Hoger onderwijs