Oefentoets Hoofdstuk 2

2. Tussen de oorlogen
2.1 Welvaart en crisis in de Verenigde Staten
2.2 Fascisme en communisme
2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
2.4 Nederland in het Interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. Tussen de oorlogen
2.1 Welvaart en crisis in de Verenigde Staten
2.2 Fascisme en communisme
2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
2.4 Nederland in het Interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika


Slide 1 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Door de bloeiende economie ontstaat in de VS een consumptiemaatschappij
Een Beurskrach leidt tot een keerpunt: de Grote Depressie begint in de VS.
De Amerikaanse regering gaat zich sterk bemoeien met de economie
Door handelscontacten verspreidt de economische crisis zich over de wereld.
De economische crisis eindigt door de Tweede Wereldoorlog.

Slide 2 - Sleepvraag

Kies de juiste 2 uitspraken
of Kies 1 van de juiste 2 uitspraken.

A
Door de lopende band steeg de productie en gingen lonen omhoog en prijzen omlaag in de jaren '20 in de VS.
B
Door de new Deal van president Roosevelt verergerde de economische crisis.
C
Een oorzaak van de grote economische crisis in de VS was de overproductie.
D
In de jaren '30 kregen boeren in de VS subsidie als ze meer produceerden.

Slide 3 - Quizvraag

Noteer alle kenmerken die bij het Fascisme van Mussolini passen

Slide 4 - Open vraag

Noteer alle kenmerken die bij het Communisme van Stalin passen.

Slide 5 - Open vraag

Mussolini maakte in 1922 gebruik van de onvrede en chaos in Italie om premier te worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Mussolini maakte van Italie een eenpartijstaat en een dictatuur met communisme als staatsideologie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In Italie stierven onder Mussolini miljoenen veteranen door hongersnood en terreur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Stalin wilde van de Sovjet-Unie snel een sterke industriele mogendheid maken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het Stalinisme werd gekenmerkt door propaganda, terreur en indoctrinatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Noteer 3 kenmerken van het nationaalsocialisme

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste begrippen over Nederland in het interbellum in. Kies uit:
Aanpassingspolitiek, beleid, gouden standaard, levensbeschouwelijke, omroepen, uitkering, verzuiling.
1. De Nederlandse samenleving was vanaf het eind van de 19e eeuw verdeeld geraakt in vier _________ groepen, een ontwikkeling die _________ wordt genoemd. e
2. Deze groepen hadden veel eigen organisaties en de radiozendtijd werd onder hun ______ verdeeld.
3. In de economische crisis van de jaren 1930 bezuinigde de regering onder Colijn omdat er minder geld aan belasting binnenkwam. Dit werd __________ geoemd.
4. Door dit _________ (deze manier van regeren) verergerde de crisis en moesten werklozen die een ________ kregen twee keer per dag in een lokaal gaan ___________
5. Pas toen de ___________ werd losgelaten, werden Nederlandse producten minder duur voor het buiteland.

Slide 12 - Tekstslide

Kies een begrip
die het beste
past bij de afbeelding.
A
consumptiemaatschappij
B
Subsidie
C
New Deal
D
Hoovervilles

Slide 13 - Quizvraag

Uitspraak van Mussolini:
Het fascisme niet alleen een wetgever en oprichter van instellingen, maar ook opvoeder en inspiratiebron van het geestelijke leven. Niet het uiterlijke, maar het innerlijke van het menselijk leven wil de Staat hervormen, de mens zelf, zijn aard, zijn idealen. Daarom eist het discipline en een gezag dat binnendringt in de geesten en er geen weerstand ontmoet. Daarom is zijn symbool de fasces, het beeld van eenheid, macht en rechtvaardigheid.
A
Totalitair
B
Persoonsverheerlijking
C
Veteranen
D
Indoctrinatie

Slide 14 - Quizvraag

Uitspraak van Mussolini:
Het fascisme niet alleen een wetgever en oprichter van instellingen, maar ook opvoeder en inspiratiebron van het geestelijke leven. Niet het uiterlijke, maar het innerlijke van het menselijk leven wil de Staat hervormen, de mens zelf, zijn aard, zijn idealen. Daarom eist het discipline en een gezag dat binnendringt in de geesten en er geen weerstand ontmoet. Daarom is zijn symbool de fasces, het beeld van eenheid, macht en rechtvaardigheid.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is deze bron betrouwbaar om het fascisme van Mussolini te beschrijven?

Slide 16 - Open vraag

Kies het juiste verband tussen de boodschap
van deze bron en de geringe
populariteit van de NSB in Nederland
A
Colijn voorkwam dat Nederland bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raakte.
B
Colijn voorkwam een communistische revolutie, dus was de NSB overbodig.
C
Colijn werd gepresenteerd als de 'sterke man van Nederland', waartegenover Mussert maar weinig voorstelde.
D
de NSB verloor verkiezingen omdat 'Stuurman' Colijn in Nederland de Economische crisis en werkloosheid verergerde.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Duitsland wordt een parlementaire democratie
Door de Vrede van Versailles vermindert het vertrouwen in de Weimarrepubliek
De economie bloeit op dankzij Amerikaanse leningen
De NSDAP wordt de grootste politieke partij
Een enorme inflatie vermindert de waarde van de Duitse mark heel snel
Door de economische wereldcrisis ontstaat grote werkloosheid en armoede

Slide 19 - Sleepvraag

Bron 2 Uit een Duitse wet van 4 juli 1933
Artikel 1 De Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij is de enige politieke partij in Duitsland.
Artikel 2 Wie probeert een andere politieke partij in stand te houden of er een nieuwe op te richten zal gestraft worden.
Leg uit of de invoering van deze wet gezien kan worden als keerpunt in de Duitse politieke geschiedenis.

Slide 20 - Open vraag

Kies het kenmerkend aspect dat het beste past bij de kaart.
A
de economische wereldcrisis
B
het totalitair karakter van het communistisch politiek systeem
C
het racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme
D
het verzet tegen de westerse overheersing

Slide 21 - Quizvraag