H4 Econ Crisis afronden en opdracht

1) Door het trage besluitvormingsproces van de overheid kan anticyclisch conjunctuur beleid procyclisch werken
2) Automatische stabilisatoren werken vanzelf anticyclisch
A
1 juist, 2 onjuist
B
Beiden onjuist
C
Beiden juist
D
1 onjuist, 2 juist
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1) Door het trage besluitvormingsproces van de overheid kan anticyclisch conjunctuur beleid procyclisch werken
2) Automatische stabilisatoren werken vanzelf anticyclisch
A
1 juist, 2 onjuist
B
Beiden onjuist
C
Beiden juist
D
1 onjuist, 2 juist

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. door globalisering is nationaal anticyclisch beleid bij een hoogconjunctuur effectiever geworden
2. Anticyclisch beleid vindt bij hoogconjunctuur plaats door het verlagen van de overheidsuitgaven en/of het verhogen van de belastingtarieven
A
Beiden juist
B
1. juist, 2. onjuist
C
Beiden onjuist
D
1. onjuist, 2. juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is juist?
Het uitverdieneffect van verminderde overheidsuitgaven betekent dat de overheid .....
A
De belastingen verhoogt om het overheidstekort te laten dalen
B
haar tekort ziet dalen met het bedrag van de bezuiniging
C
minder uitgeeft waardoor de economie minder groeit en daarmee ook de belastingontvangsten
D
de belasting moet verlagen om extra bestedingen uit te lokken

Slide 3 - Quizvraag

Het tekort zal juist minder dalen. In 1e instantie daalt het tekort, echter door het uitverdieneffect, zullen de belastingontvangsten minder zijn, dus het tekort zal minder dalen. 
Twee stellingen:
1. als het overheidsoverschot daalt, daalt de overheidsschuld
2. als het overheidstekort daalt, stijgt de overheidsschuld

A
1 juist, 2 onjuist
B
beiden juist
C
beiden onjuist
D
1 onjuist, 2 juist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het financieringssaldo geeft aan ....

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is deflatie ongunstig voor economische groei?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LB13 tm LB15 bespreken
  • 4.34 tm 4.36
  • BBP = Euro bedrag, soort Prijs x Afzet (Q)
  • Als BBP stijgt, kan dat komen door meer Q of door meer P

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationale Handel

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Noteer voor jezelf
  • wat is oorzaak van de hoge inflatie?
  • wat wil de Centrale Bank met die inflatie?
  • Wat kan zij doen om deze te verlagen?
  • Rente verhogen of rente verlagen?
  • Wat is het effect op de Turkse Lira? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stencil
  1. Lees deel artikel over de wens binnen Europa de inflatie te verhogen. 
  2. Vul daarna de verbanden op de volgende pagina in. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies