homoniemen - homofonen (opdr 10 tm 14 rvl)

homoniemen - homofonen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

homoniemen - homofonen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les: 
- ken je het begrip 'homoniem' 
- ken je het begrip 'homofoon' 
- ken je het begrip 'synoniem'
- je hebt met deze begrippen geoefend.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog wat een homoniem is?

Slide 3 - Woordweb

homoniem

Een woord dat méér dan 1 betekenis heeft. 





Slide 4 - Tekstslide

Welk homoniem
hoort bij deze plaatjes?

Slide 5 - Open vraag

Bedenk nu zelf een homoniem.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf bij het volgende homoniem twee zinnen, waarbij je het woord steeds in een andere betekenis gebruikt.

slang.

Slide 7 - Open vraag

homofoon

Woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft.




ligt - licht

Slide 8 - Tekstslide

synoniem

verschillende woorden die hetzelfde betekenen.

huis
woning
woonhuis
thuis

Slide 9 - Tekstslide

Noteer in je schrift !
homofonen: woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft 
(bv: ligt, licht)
homoniemen: woorden die méér dan een betekenis hebben 
(bv slot)
synoniemen: verschillende woorden die hetzelfde betekenen
(bv huis/woning)

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 10 tm 14
blz 171-172

Slide 11 - Tekstslide