homoniemen - homofonen (opdr 11 tm 13 rvl)

homoniemen - homofonen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

homoniemen - homofonen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les: 
- ken je het begrip 'homoniem' 
- ken je het begrip 'homofoon' 
- je hebt met beide begrippen geoefend.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog wat een homoniem is?

Slide 3 - Woordweb

homoniem

Een woord dat méér dan 1 betekenis heeft. 





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welk homoniem
hoort bij deze plaatjes?

Slide 6 - Open vraag

Bedenk nu zelf een homoniem.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf bij het volgende homoniem twee zinnen, waarbij je het woord steeds in een andere betekenis gebruikt.

slang.

Slide 8 - Open vraag

homofoon

Woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft.




ligt - licht

Slide 9 - Tekstslide

synoniem

verschillende woorden die hetzelfde betekenen.

huis
woning
woonhuis
thuis

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Kun je voorbeelden geven van antoniemen?

Slide 13 - Woordweb

Wat is een antoniem van groot?
A
Dun
B
Klein
C
Lang
D
Dik

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het antoniem van luxe?
A
Spartaans
B
Goedkoop
C
Klein
D
Bescheiden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een antoniem van interesse?
A
Geïnteresseerd
B
Boeiend
C
Desinteresse
D
Oplettendheid

Slide 16 - Quizvraag

Eponiemen zijn woorden die naar een persoon zijn genoemd:

achillespees -> Achilles, Griekse mythologische figuur.
frisbee-> William Russell Frisby, eigenaar van een firma die de studenten van de Yale-universiteit pizza’s leverde; de lege kartonnen borden werden gebruikt als frisbee.
hooligan->Patrick Hooligan, Ier die eind negentiende eeuw met zijn familie Londen onveilig maakte.

Slide 17 - Tekstslide

Eponiem
Hij bezat een echte Van Gogh, een oude Ford en een valse Stradivarius.


Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting
homofonen: woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft 
(bv: ligt, licht)
homoniemen: woorden die méér dan een betekenis hebben 
(bv slot)
synoniemen: verschillende woorden die hetzelfde betekenen
(bv huis/woning)

Slide 19 - Tekstslide