Opdrachtbeschrijving: -Gebruik krantenknipsels, oude magazines, en je eigen creativiteit om een landschappenboekje te maken.
- Elk landschap krijgt een aparte pagina. Voeg afbeeldingen, tekeningen en je eigen teksten toe.
Gebruik het volgende:
• Geen laptop, Je leerboek, Je basisboek, De landschapssboeken, De atlas
• Zoek in de atlas naar het gebied, als je niet weet waar het landschap op onze aardbol ligt.
Voor elk landschap schrijf je:
1. Temperatuur: Hoe warm of koud is het hier gemiddeld?
2. Neerslag: Hoeveel regen of sneeuw valt er?
3. Vegetatie: Welke planten groeien er?
4. Breedtegraad: Waar op aarde ligt dit landschap? (dicht bij de evenaar, ver weg, etc.)
5. Doet mij denken aan: Schrijf een korte beschrijving van wat dit landschap bij jou oproept (minimaal 3 zinnen, maximaal 6 zinnen). Bijvoorbeeld: "Dit landschap doet mij denken aan deze serie...
.
6. Creatieve invulling: Voeg minstens 3 afbeeldingen of knipsels toe per landschap. Je mag ook zelf tekeningen maken.