1THV 2.4 Lotchentall

Paragraaf 2.4
- Het Lötschental
- Bevolkingsdichtheid en reliëf 
- Hoogtegordels
- Hoogteligging en temperatuur
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.4
- Het Lötschental
- Bevolkingsdichtheid en reliëf 
- Hoogtegordels
- Hoogteligging en temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
- Je weet wat een hooggebergte is.
- Je weet welke hoogtegordels er zijn in de bergen.
- Je weet hoe de temperatuur daalt als je hoger in de bergen komt.
- Je kunt een verband leggen tussen de polen en hooggebergte

Slide 2 - Tekstslide

Even wat vragen over 2.3... even checken of je het nog weet.. ik ben benieuwd...

Slide 3 - Tekstslide


In de taiga groeien grassen en mossen 
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van landschappen ?(van de evenaar tot de noordpool)
A
regenwoud, savane, steppe, woestijn, loofbos, naaldbos, landijs/zeeijs
B
zeeijs/landijs, naaldbos, loofbos, woestijn, steppe, savanne, regenwoud
C
woestijn, steppe, savane, regenwoud, naaldbos, loofbos, zeeijs/landijs
D
regenwoud, savane, steppe, woestijn, naaldbos, loofbos, landijs/zeeijs

Slide 5 - Quizvraag


In de toendra is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag


Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

par. 2.4 Het lötschental 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (.................) en aan het einde een gletsjer.
Gletsjer

Bergdal
Zwitserland in de Alpen
Lötschental = Bergdal in de alpen 


Slide 10 - Tekstslide

Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer.
Gletsjer: Enorme ijsmassa die 
langzaam naar beneden schuift. 

Bergdal
Zwitserland in de Alpen
Lötschental = Bergdal in de alpen 


Slide 11 - Tekstslide

Welk soort gebergte is het lötschental?

Slide 12 - Tekstslide

Hooggebergte
Een gebergte met toppen hoger dan 1500 m
kenmerken:
- Hoogtegordels
- Temperatuur -0,6 per 100 meter stijging


Slide 13 - Tekstslide

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg

Slide 14 - Tekstslide

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 15 - Sleepvraag

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogtegordel = plantengroeizone op een berg: Ontstaan door verschillen in temperatuur.
  • Loofboomgordel
  • Naaldboomgordel 
  • Alpenweiden: grassen, kruiden en lage struikjes: Boven boomgrens. Zomers laten boeren hier hun vee grazen
  • Rotsgordel: door kou en harde ondergrond groeien hier bijna geen planten meer. 
  • Eeuwige sneeuw

Slide 16 - Tekstslide

Hoogteligging 
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur

Slide 17 - Tekstslide

.... graden op 3000 meter

15 graden op 1000 meter

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogteligging en temperatuur:
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af (aan de lucht).
Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af.  De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd. Hoog in de bergen zijn minder lucht deeltjes daardoor wordt de lucht minder verwarmd.
Regel:
  • Hoe hoger, hoe kouder
  • Als je 1000 m stijgt wordt het 6°C kouder.

Slide 19 - Tekstslide

Landijs/zeeijs
Vegetatie: Geen begroeiing
Klimaat: Poolklimaat Het hele jaar koud; in de zomer niet warmer dan gemiddeld 10° Celsius. Weinig neerslag, meestal als sneeuw.

Slide 20 - Tekstslide

Het Lötschental
Waar ligt het?
Gletsjer
Gletsjer = Een enorme ijsmassa die langzaam naar het dal schuift.

Zomer
Winter
Zeldzame diersoorten
Zeldzame diersoorten komen hiervoor zoals: 

- Smaragdhagedis
- Steenbok
- Lammergier

Slide 21 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 22 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 23 - Tekstslide

Dubbelseizoen
  • Toeristen komen het hele jaar door  ( 2 keer per jaar een piek in het aantal toeristen)
  • zomers voor bijv. : wandelen of fietsen
  • 's winters voor bijv. : skiën en snowboarden
Dubbelseizoen
Dubbelseizoenen komen vaak voor in Berggebieden.

Slide 24 - Tekstslide


Hoe goed heb je de les begrepen?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag...

Maak 2.3 af

Klaar? 
start met 2.4 

Slide 26 - Tekstslide

B13

Slide 27 - Tekstslide