In de toendra is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
par. 2.4 Het lötschental
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (.................) en aan het einde een gletsjer.
Gletsjer:
Bergdal
Zwitserland in de Alpen
Lötschental = Bergdal in de alpen
Slide 10 - Tekstslide
Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer.
Gletsjer: Enorme ijsmassa die
langzaam naar beneden schuift.
Bergdal
Zwitserland in de Alpen
Lötschental = Bergdal in de alpen
Slide 11 - Tekstslide
Welk soort gebergte is het lötschental?
Slide 12 - Tekstslide
Hooggebergte
Een gebergte met toppen hoger dan 1500 m
kenmerken:
- Hoogtegordels
- Temperatuur -0,6 per 100 meter stijging
Slide 13 - Tekstslide
Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg
Slide 14 - Tekstslide
Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw
Slide 15 - Sleepvraag
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogtegordel = plantengroeizone op een berg: Ontstaan door verschillen in temperatuur.
Loofboomgordel
Naaldboomgordel
Alpenweiden: grassen, kruiden en lage struikjes: Boven boomgrens. Zomers laten boeren hier hun vee grazen
Rotsgordel: door kou en harde ondergrond groeien hier bijna geen planten meer.
Eeuwige sneeuw
Slide 16 - Tekstslide
Hoogteligging
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.
Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur
Slide 17 - Tekstslide
.... graden op 3000 meter
15 graden op 1000 meter
Slide 18 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogteligging en temperatuur:
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af (aan de lucht).
Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd. Hoog in de bergen zijn minder lucht deeltjes daardoor wordt de lucht minder verwarmd.
Regel:
Hoe hoger, hoe kouder
Als je 1000 m stijgt wordt het 6°C kouder.
Slide 19 - Tekstslide
Landijs/zeeijs
Vegetatie: Geen begroeiing
Klimaat: Poolklimaat Het hele jaar koud; in de zomer niet warmer dan gemiddeld 10° Celsius. Weinig neerslag, meestal als sneeuw.
Slide 20 - Tekstslide
Het Lötschental
Waar ligt het?
Zwitserland in de Alpen
Hooggebergte = gebergte met toppen die hoger zijn dan 1500 meter