GL2B-Na Klar-Kapitel 5-woordjes

GL2B-Kapitel 5

Woordjes D-N
Woordjes N-D
Redemittel
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GL2B-Kapitel 5

Woordjes D-N
Woordjes N-D
Redemittel

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Küche

Slide 2 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

sauber

Slide 3 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Leute

Slide 4 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Obst

Slide 5 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

verschieden

Slide 6 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

meistens

Slide 7 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Farbe

Slide 8 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

dreckig

Slide 9 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Salz

Slide 10 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Gurke

Slide 11 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Torte

Slide 12 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Zucker

Slide 13 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

Frühstück

Slide 14 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

zwischendurch

Slide 15 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

beliebt

Slide 16 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Nederlands!

frisch

Slide 17 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de groente

Slide 18 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de soep

Slide 19 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de vis

Slide 20 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de gebakken aardappelen

Slide 21 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
het broodje

Slide 22 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de melk

Slide 23 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de ham

Slide 24 - Open vraag

Vertaal dit woord in het Duits!
Denk aan de hoofdletter!
de pindakaas

Slide 25 - Open vraag

Maak van deze woorden een goede Duitse zin! Sluit af met een punt.
Apfel - mit - einen - Ich - nehme

Slide 26 - Open vraag

Maak van deze woorden een goede Duitse zin! Sluit af met een punt.
nicht - Kaffee - ich - mag

Slide 27 - Open vraag

Maak van deze woorden een goede Duitse zin! Sluit af met een punt.
keinen - Ich - Nachtich - möchte

Slide 28 - Open vraag

Maak van deze woorden een goede Duitse zin! Sluit af met een punt.
Rechnung - Hier - die - ist

Slide 29 - Open vraag

Vertaal deze zin in het Duits.

Op school eet ik brood en fruit.

Slide 30 - Open vraag

Vertaal deze zin in het Duits.

Kan ik afrekenen, alstublieft?

Slide 31 - Open vraag