Herhalen 4.3 en 5.3 Lezen (6 en 7 )

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leesboek;
  • je leerwerkboek deel B
  • je schrift en pen.
Les 6
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leesboek;
  • je leerwerkboek deel B
  • je schrift en pen.
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen theorie 1.3 en 2.3
  • Werkmoment
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

1.3 lezen
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 4 - Tekstslide

Verkennend lezen 
Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Slide 5 - Tekstslide

Nauwkeurig lezen 






Onderwerp, tekstsoort, tekstdoel, opbouw, bron/schrijver.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoel, -soort en tekstvorm






Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren
de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek

Slide 7 - Tekstslide

Titel
Inleiding
Tussenkopje
Tussenkopje

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerp: 
fietslicht
Deelonderwerp:
fietslamp aan in het donker
Deelonderwerp:
fietsverlichtings-actie doelgroep
Deelonderwerp:
boete fietsen zonder lamp
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 1

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 10 - Tekstslide

2.3 lezen

  • Soorten informatieve teksten
  • Herkennen soorten interviewverslagen
  • Functies inleiding en slot
  • Samenvattend tekstverband herkennen

Slide 11 - Tekstslide

Tekstopbouw: inleiding
- aandacht trekken 
- het onderwerp benoemen of omschrijven
- de aanleiding noemen
- de centrale vraag stellen 
- een mening geven
- een samenvatting geven 

Slide 12 - Tekstslide

Tekstopbouw: slot
- conclusie
- samenvatting
- advies


Slide 13 - Tekstslide

Werkmoment
Les 1: Test jezelf 4.3 of leestaak opdrachten: 18 t/m 23


Les 2: Test jezelf 5.3 of leestaak opdrachten: 15 t/m 18

Les 3: We gaan bezig met het onderdeel schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
  • Volgende les verder met herhalen 3.3.

Slide 15 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leesboek;
  • je leerwerkboek deel B;
  • je schrift en pen.
Les 7

Slide 16 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen theorie 3.3
  • Werkmoment
  • Afsluiten 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3 Lezen  (p. 172)
  • Ik weet wat een betogende tekst is. (herhaling)
  • Ik weet wat argumenten zijn.
  • Ik kan de leesstrategie kritisch lezen toepassen.
  • Ik kan het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken betogende tekst
Vaak heeft een betoog een driedeling:
  • inleiding: onderwerp en mening
  • kern: argumenten voor die mening
  • slot: conclusie of samenvatting

Hoofdgedachte: mening van de schrijver, meestal met daarbij zijn/haar belangrijkste argument.
Vraag je steeds af: ben ik het eens met de schrijver, met zijn mening, met zijn argumenten?

Slide 20 - Tekstslide

Argumenten
Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

• Ik vind Groningen een leuke stad, want je kunt er goed winkelen.
• Ik vind Rotterdam groter dan Ommen, want er wonen meer mensen. 

Wat overtuigd meer: een feit of een mening?

Slide 21 - Tekstslide

Kritisch lezen
Doel: beoordelen of de inhoud van de tekst overtuigend is. 
Hoe?: door beoordelende vragen te stellen bij de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.

Dus: is de schrijver deskundig, is de informatiebron betrouwbaar en is de informatie waar.

Slide 22 - Tekstslide

Leesstrategie: kritisch lezen
Feit als argument:
  • Is dit waar? Is dit echt zo gebeurd?
  • Hoe komt de schrijver aan die informatie? Onderzoek?
Mening als argument:
  • Vind ik dit overtuigend? Klopt het met wat ik zelf vind?
  • Klopt dit met wat ik heb ervaren? Hoe waarschijnlijk is dit?

Toon: neutraal, spottend, formeel.

Slide 23 - Tekstslide

Denk aan de signaalwoorden en ...
 tekstverbanden!

Slide 24 - Tekstslide

Werkmoment
Les 1: Test jezelf 4.3 of leestaak opdrachten: 18 t/m 23


Les 2: Test jezelf 5.3 of leestaak opdrachten: 15 t/m 18


Les 3: We gaan bezig met het onderdeel schrijven.

blooket!

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
  • Volgende les verder met schrijven.

Slide 26 - Tekstslide