HC4 China - Qing & de opiumoorlogen

Historische Context 4


China
1842-2001






4.1 t/m 4.3: Qing-dynastie en de Opiumoorlogen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Historische Context 4


China
1842-2001






4.1 t/m 4.3: Qing-dynastie en de Opiumoorlogen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Syllabus vraag:
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?

Je kunt uitleggen:
  • wat de invloed van het confucianisme was op de Qing-dynastie;
  • waarom Qing-China verzwakt was aan het einde van de 19e eeuw;
  • op welke manier modern imperialisme een rol speelde in de relatie tussen het Westen en China;
  • dat de opiumoorlogen een gevolg waren van het modern imperialisme.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Chinese dynastieën
1766 - 1122 v.Chr. 
Shang 
1122 - 256 v.Chr.
Zhou 
221 - 206 v.Chr.
Qin 
202 v.Chr. - 220
Han 
581 - 618 
Sui 
618 - 907
Tang 
960 - 1279
Song
1368 - 1644
Ming 
1644 - 1911
 Qing

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit op welke manier 'het Hemels Mandaat' vergelijkbaar is met het 'Droit Divin'

Slide 5 - Open vraag

Problemen voor de Qing
Corruptie
Het werd mogelijk voor mensen in hogere posities om zich op grote schaal te verrijken. Dit leidde tot inefficiënt bestuur.

Politieke crises
Opstanden, vaak tegen corrupte belastinginners, die lang duurden.

Hongersnoden
Mede ingegeven door overbevolking en natuurrampen.

Slide 6 - Tekstslide

Confucianisme
Koeng Foe-tsoe (551-479 v.Chr.), filosoof en politicus.

Confucianisme was de basis voor het centrale gezag.

'Vijf menselijke relaties' -> de juiste betrekkingen
  1. tussen heerser en onderdaan
  2. tussen vader en zoon
  3. tussen echtgenoot en vrouw
  4. tussen oudere en jongere broer
  5. tussen vrienden

Hoger geplaatst: welwillendheid en vriendelijkheid.
Lager geplaatst: toewijding en gehoorzaamheid.
Alleen mannen met zeer grote kennis van het confucianisme konden het centrale ambtenarenexamen halen.

Hierdoor komen er trouwe ambtenaren, maar is er geen ruimte voor andersdenkenden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1
2

Slide 9 - Tekstslide

Modern Imperialisme
Zowel China als het Westen beschouwt zich als superieur.

Het westen wil:
- politieke overheersing (meer land)
- economische uitbuiting (grondstoffen en afzetmarkten)
- culturele 'beschaving' (White Man's Burden)

China ziet zichzelf als cultureel superieur aan alle omliggende gebieden (het Rijk van het Midden) en daarmee ook superieur aan de buitenlandse mogendheden.

China is volledig autarkisch en verdiend ontzettend veel geld/zilver aan de handel van luxe producten aan (o.a.) Engeland.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Meerdere gewapende conflicten
De Eerste Opiumoorlog (1839-1842)
Verdrag van Nanjing (1842)

De Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
Verdrag van Tianjin (1858)

Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895)
Verdrag van Shimonoseki (1895)

Alle drie deze conflicten worden door China verloren en zorgen ervoor dat er grote delen van China in handen komen van buitenlandse machten.

Deze verdragen zijn de 'ongelijke verdragen'.
Deze waren zeer ongunstig voor China.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Noteer van alle drie de verdragen wat zij inhielden.


timer
7:30

Slide 14 - Tekstslide

Examenvraag
                  In het verdrag van Nanjing, dat Groot-Brittannië en China in 1842 sloten, stond: "Het is                        noodzakelijk en wenselijk dat Britse onderdanen een haven hebben waar zij naar                                  behoefte hun schepen kunnen onderhouden als dat nodig is. Zijne Majesteit de keizer                      van China zal daarvoor het eiland Hongkong afstaan aan Hare Majesteit de Koningin                          van Groot-Brittannië."
                  Een bewering: Het Verdrag van Nanjing was een gevolg van de politieke situatie in                              China en van het toenemende Britse imperialisme.

4p    1       Leg beide delen van de bewering uit, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met                         een andere verwijzing naar het verdrag.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Doelen
Syllabus vraag:
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?

Je kunt uitleggen:
  • wat de invloed van het confucianisme was op de Qing-dynastie;
  • waarom Qing-China verzwakt was aan het einde van de 19e eeuw;
  • op welke manier modern imperialisme een rol speelde in de relatie tussen het Westen en China;
  • dat de opiumoorlogen een gevolg waren van het modern imperialisme.

Slide 17 - Tekstslide