Verleden tijd zwakke werkwoorden

l
Goedemorgen klas 1C
Vandaag...
- Verleden tijd zwakke werkwoorden

Maak in stilte de startopdracht. Pak je schoolspullen: lesboek, schrift, etui en wisbordje.




timer
15:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

l
Goedemorgen klas 1C
Vandaag...
- Verleden tijd zwakke werkwoorden

Maak in stilte de startopdracht. Pak je schoolspullen: lesboek, schrift, etui en wisbordje.




timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling:
-Je kunt een pv tt herkennen in een zin;
-Je kunt een pv vt herkennen in een zin;
-Je kan een zin in een andere tijd zetten.
Nieuw:
Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • Nakijken schoolwerk
  • Uitleg vt zwakke werkwoorden
  • Oefenen met wisbordje
  • Keuzemenu
  • Schoolwerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken!
Pak een groene of rode pen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer? Je hebt 3 manieren geleerd.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Maar hoe herken je een werkwoord?
Een werkwoord is vaak een woord dat je kunt doen of dat je overkomt.

 Je kunt een werkwoord ook vervoegen. Weet je nog wat dat is?
Persoonsvorm

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Waarschijnlijk heb je op de basisschool al geleerd dat je een werkwoord in verschillende vormen kunt zetten:
ik-vorm (stam)
jij-vorm (stam + t)
hij/zij-vorm (stam + t)
wij-vorm (infinitief/hele werkwoord)
Vervoegen

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies



De regel is dus:

1. Hele werkwoord - en
2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip?
3. ja=t en nee=d
VB: durven-en=durv, de 'v' zit er niet in, dus durfde(n)/gedurfd
LET OP!! DEZE REGEL GEBRUIK JE ALLEEN IN DE VT EN BIJ HET VD!!!


't ex kofschip

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Pak je wisbordje!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij ................... vorige week naar Emmen
(verhuizen vt)
A
verhuiste
B
verhuisde
C
verhuizte
D
verhuizde

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij ......... tegen haar buurvrouw
(praten vt)
A
praatte
B
prate
C
praate
D
praat

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De man ............. niet lang.
(leven vt)
A
leefte
B
leevde
C
leevte
D
leefde

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meisje ............ het beter te doen.
(beloven vt)
A
beloof
B
belooft
C
beloofde
D
beloovde

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden met 
-de / -den
in de verleden tijd
Werkwoorden met
-te / -ten
in de verleden tijd
maken
leren
lachen
slagen
studeren
beleven
kletsen

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Keuzemenu
  • Je maakt opdracht 1 t/m 3 + 5  op blz. 136/137 (dit is je huiswerk)
  • Extra opdracht toets (ook huiswerk)
  • Afmaken puzzel startopdracht
Je werkt in stilte en alleen
Klaar? Lezen uit je leesboek
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolwerk. Pak je agenda!
Woensdag:
opdracht 1 t/m 3 + 5 op blz. 136/137 
Extra opdracht toets (vóór het SO)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies