In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herhalen hoofdstuk
Slide 1 - Tekstslide
Welke organismen worden met de letter Q aangegeven in de piramide van biomassa?
A
consumenten van de eerste orde
B
consumenten van de tweede orde
C
producenten
D
reducenten
Slide 2 - Quizvraag
Op welke manier verdwijnt er geen energie uit een voedselketen?
A
Wanneer een dier onverteerde voedingsstoffen uitscheidt.
B
Wanneer een dier voedingsstoffen gebruikt om te bewegen.
C
Wanneer een dier voedingsstoffen gebruikt om warm te blijven.
D
Wanneer een dier voedingsstoffen gebruikt voor groei.
Slide 3 - Quizvraag
Welk dier is de wilde kat?
A
hoefganger
B
teenganger
C
zoolganger
Slide 4 - Quizvraag
Is de afname van het aantal wilde katten ontstaan door een abiotische of door een biotische factor?
Slide 5 - Open vraag
Maak met de gegevens uit de afbeelding een voedselketen van vier schakels.
Slide 6 - Open vraag
In het leefgebied van een populatie wilde katten ontstaan bossen doordat op grasland bomen worden geplant. → Welk gevolg heeft dit voor de populatiegrootte van de wilde kat?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de biomassa van een organisme?
A
de totale hoeveelheid energiearme stoffen in een organisme
B
de totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme
C
de totale hoeveelheid stoffen die een organisme opneemt gedurende zijn leven
D
de totale hoeveelheid stoffen die een organisme uitscheidt gedurende zijn leven
Slide 8 - Quizvraag
In de afbeelding zie je wilde paarden en runderen in een natuurgebied. → Waarom behoren de paarden en runderen niet tot dezelfde populatie?
Slide 9 - Open vraag
Benoem een organisme uit het voedselweb dat energierijke stoffen maakt uit energiearme stoffen.
Slide 10 - Open vraag
De kikker is...
A
een producent
B
een consument uit de eerste orde
C
een consument uit de tweede orde
D
reducent
Slide 11 - Quizvraag
De lijsterbes is...
A
een producent
B
een consument uit de eerste orde
C
een consument uit de tweede orde
D
reducent
Slide 12 - Quizvraag
De vlinder is...
A
een producent
B
een consument uit de eerste orde
C
een consument uit de tweede orde
D
reducent
Slide 13 - Quizvraag
Door gunstige omstandigheden neemt het aantal lijsterbessen in het gebied sterk toe. → Zal het aantal slangen in het gebied hierdoor naar verwachting toenemen of afnemen?
Slide 14 - Open vraag
Welke aanpassing aan de warme omgeving is te zien bij de woestijnspringmuis?
Slide 15 - Open vraag
Waarom hebben cactussen weinig huidmondjes?
Slide 16 - Open vraag
Noteer een abiotische factor uit de tekst die het leven in de woestijn voor dieren moeilijk maakt
Slide 17 - Open vraag
Wanneer vindt er meer fotosynthese plaats in cactussen: voor of na een regenbui?
Slide 18 - Open vraag
Welke bewering over energie in een voedselketen is juist?
A
De hoeveelheid energierijke stoffen wordt in elke schakel groter.
B
Door verbranding in organismen blijven energierijke stoffen in de voedselketen.
C
Energie kan door uitscheiding uit een voedselketen verdwijnen.
D
Producenten maken met behulp van verdamping energierijke stoffen.
Slide 19 - Quizvraag
Welke stof produceren algen bij de fotosynthese naast zuurstof?
A
glucose
B
koolstofdioxide
C
stikstof
D
water
Slide 20 - Quizvraag
Neemt de hoeveelheid koolstofdioxide in lucht toe of af als het aantal consumenten op aarde twee keer zo klein wordt? Leg je antwoord uit.
Slide 21 - Open vraag
Welk organisme is een alleseter?
A
garnalen
B
vissen
C
wormen
D
zeehonden
Slide 22 - Quizvraag
Welk organisatieniveau van de ecologie vormen de organismen uit de afbeelding samen met abiotische factoren?