Introductie poëzie 3 mavo

                                Poëzie 3 mavo
                                   Introductie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                Poëzie 3 mavo
                                   Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is poëzie?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wat is poëzie?

Poëzie is een breed begrip.


Over het algemeen wordt poëzie gekoppeld aan gedichten. Poëzie kan inderdaad een gedicht zijn, maar bijvoorbeeld ook een liedtekst.

Let op! We denken vaak dat poëzie moet rijmen, maar dat is niet zo.
Poëzie hoeft niet te rijmen, maar dat doet het vaak wel.

Een poëet (schrijver van poëzie) probeert een tekst altijd zo mooi mogelijk te schrijven.
Poëzie is soms lastig te begrijpen.



Slide 4 - Tekstslide

Beleving
Een belangrijk onderdeel van poëzie is hoe iemand de poëzie beleeft.
Het gevoel van de poëet komt vaak goed naar voren, maar ook het gevoel van de lezer is een belangrijk onderdeel van poëzie.

Vind je het gedicht mooi? Waarom wel/niet?
Zorg voor goede argumenten!




Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp, thema en hoofdgedachte
Onderwerp/thema: In een woord of woordgroepje noemen waar het gedicht over gaat.
Hoofdgedachte: In een hele zin benoemen waar het gedicht over gaat.

Om het thema en de hoofdgedachte te vinden, kan je een stappenplan volgen.



Slide 6 - Tekstslide

Stap 1
Lees het gedicht in stilte goed door. Denk na over je gevoelens tijdens het lezen. 

Vraag je bijvoorbeeld af wat je tijdens het lezen van het gedicht voelt en waarom je dit voelt. Dit kan je helpen te bepalen welke emoties de dichter met zijn gedicht wilde oproepen.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2
Lees het gedicht nog een keer en probeer achter de letterlijke
betekenis van de tekst te komen. 

De letterlijke betekenis is de meest rechtstreekse versie van het gedicht en bevat geen beeldspraak. Probeer het gedicht
eens in normaal Nederlands te vertalen. Hoe zou je een vriend vertellen wat er in het gedicht wordt omschreven?

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3
Lees het gedicht nog eens om achter de betekenis van het gedicht te komen. 
Bedenk je waar bepaalde woorden uit het gedicht voor kunnen staan en of ze ergens een metafoor voor zouden kunnen zijn. Vraag je af waarom de dichter juist deze woorden gekozen heeft en geen andere. Welke emoties roepen juist deze woorden op?

Slide 9 - Tekstslide

Stap 4
Probeer je af te vragen wat de dichter je probeert te vertellen. 

Wat is het doel van het gedicht? Welke reactie probeert hij bij zijn lezers op te roepen? 
Waarom? Bedenk je waarom de dichter de tekst heeft geschreven.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling stappenplan
Stap 1: Lees het gedicht goed door. Denk na over je gevoelens.
Stap 2: Lees het gedicht nog eens en probeer achter de letterlijke betekenis te komen.
Stap 3: Lees het gedicht nog eens door om achter de figuurlijke betekenis te komen.
Stap 4: Probeer je af te vragen wat de dichter je probeert te vertellen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: Bepaal wat het onderwerp/thema en de hoofdgedachte van dit gedicht is.



Gebruik het stappenplan.

Slide 12 - Tekstslide