3.3 Het hart

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Vandaag

Herhaling over de bloedomloop (3.2)

Uitleg over het hart/paragraaf 3.3 (bladzijde 195)

Maken opdrachten paragraaf 3.3 

Leg uit:
1. Wat wordt bedoeld met de kleine bloedsomloop?
2. Welke 3 soorten bloedvaten heb je?

Herhaling

1. Wat wordt bedoeld met de kleine bloedsomloop?

2. Welke 3 soorten bloedvaten heb je?

Herhaling (antwoorden)

1. Wat wordt bedoeld met de kleine bloedsomloop?
Bloed van het hart naar de longen en weer terug naar het hart.

2. Welke 3 soorten bloedvaten heb je?
Aders, haarvaten en slagaders.

Leerdoelen

Vandaag ga je leren:

• Hoe het hart is opgebouwd (in verband met de bloedsomlopen).
• Wat de juiste volgorde is bij een hartslag.

Het hart

Functie van het hart: 
Het rondpompen van bloed door je lichaam. 

Het hart bestaat uit 2 helften: links en rechts.

Let op!
Op alle tekeningen/plaatjes staan
de helften in spiegelbeeld.
Links = recht, rechts = links

Opdracht

1. Waar zitten de boezems van het hart?

2. Waar zitten de kamers van het hart?

3. Wat is de functie van de aorta?

4. Wat is de functie van de bovenste holle ader
en de onderste holle ader?

5. Omschrijf in 3 stappen hoe je hartslag werkt.

Think-Pair-Share
1) 10 minuten in stilte zelfstandig de antwoorden opschrijven (think)

2) antwoorden uitwisselen met buurman/vrouw (pair) (3 minuten)

3) bespreken met klas (share, 2 minuten)

Antwoorden

1. De boezems (atria) zitten aan de bovenkant van het hart. 

2. De kamers (ventrikels) zitten aan de onderkant van het hart.

Antwoorden

3. De aorta pompt zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen 

4. De bovenste holle ader brengt zuurstofarm bloed van het bovenste gedeelte van je lichaam naar hart.

De onderste holle ader brengt zuurstofarm bloed van het onderste gedeelte van je lichaam naar hart.

Opdracht 5

1. Eerst trekken je boezems samen. De hartkleppen zijn open.

2. Daarna trekken de kamers samen.
De halvemaanvormige kleppen zijn open.

3. Daarna is het even stil, dit zorgt ervoor dat het bloed de tijd heeft om door je bloedvaten te stromen en de boezems zich weer kunnen vullen met bloed. 

Bloedvoorziening
van het hart

Het hart is een spier en heeft daarom ook zelf bloed nodig. 

Vanuit de aorta lopen er aftakkingen direct naar je hart toe, dit zijn kransslagaders. 

Bloed loopt weer terug naar de rechterkant van het hart via kransaders

Zelfstandig werken

 Teken op een blad het hart. Geef de volgende onderdelen aan; 

Bovenste holle ader, onderste holle ader, longslagader, longader, aorta,
rechterkamer, linkerkamer, rechterboezem, linkerboezem, hartkleppen,
halvemaanvormige kleppen

Je mag je boek als hulpmiddel gebruiken

Ga daarna aan de slag met Boek 6 TH2 basisstof 2
Lees blz. 71-75

Maak opdracht 12 t/m 17

Lever aan het einde van de les bij mij in