Politiek M3 herhalen
Wie vormen het kabinet?
A
ministers
B
ministers + koning
C
ministers + staatssecretarissen
D
ministers + koning + staatssecretarissen
1 / 27
Onderdelen in deze les
Wie vormen het kabinet?
A
ministers
B
ministers + koning
C
ministers + staatssecretarissen
D
ministers + koning + staatssecretarissen
Slide 1 - Quizvraag
Wie vormen de regering?
A
ministers
B
ministers + koning
C
ministers + staatssecretarissen
D
ministers + koning + staatssecretarissen
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel leden heeft ons parlement?
A
75
B
150
C
18
D
225
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn de taken van de regering?
A
controleren & uitvoeren
B
wetten maken & uitvoeren
C
controleren & wetten maken
D
wetten maken & stemmen
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn de taken van het parlement?
A
controleren & uitvoeren
B
wetten maken & uitvoeren
C
controleren & wetten maken
D
wetten maken & stemmen
Slide 5 - Quizvraag
Welke partij is liberaal?
A
SP
B
PvdA
C
ChristenUnie
D
VVD
Slide 6 - Quizvraag
Welke partij is sociaaldemocratisch?
A
Partij van de Dieren
B
PvdA
C
ChristenUnie
D
VVD
Slide 7 - Quizvraag
Welke partij is rechts?
A
Partij van de Dieren
B
PvdA
C
ChristenUnie
D
PVV
Slide 8 - Quizvraag
Waar kan een oppositiepartij nooit deel van uitmaken?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Gemeenteraad
Slide 9 - Quizvraag
Wie is de minister-president van de provincie?
A
Rutte
B
de burgemeester
C
de commissaris van de Koning
D
de minister
Slide 10 - Quizvraag
Wie is de minister-president van de gemeente?
A
Rutte
B
de burgemeester
C
de commissaris van de Koning
D
de minister
Slide 11 - Quizvraag
Wie is de Tweede Kamer van de gemeente?
A
gemeenteraad
B
College van B&W
C
Europees Parlement
D
Staten Generaal
Slide 12 - Quizvraag
Wie is de Tweede Kamer van Europa?
A
Europese Raad
B
Raad van Ministers
C
Europees Parlement
D
Europese Commissie
Slide 13 - Quizvraag
Wie is de regering van Europa?
A
Europese Raad
B
Raad van Ministers
C
Europees Parlement
D
Europese Commissie
Slide 14 - Quizvraag
Van welk politiek orgaan maakt Rutte onderdeel uit?
A
Europese Raad
B
Raad van Ministers
C
Europees Parlement
D
Europese Commissie
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn de taken van de Europese Commissie?
A
controleren & uitvoeren
B
wetten maken & uitvoeren
C
controleren & wetten maken
D
wetten maken & stemmen
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn de taken van het Europese Parlement?
A
controleren & uitvoeren
B
wetten maken & uitvoeren
C
controleren & wetten maken
D
wetten maken & stemmen
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heten de ministers van de gemeente?
A
gedeputeerden
B
wethouders
C
gemeenteraad
D
Provinciale Staten
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heten de ministers van de provincie?
A
gedeputeerden
B
wethouders
C
gemeenteraad
D
Provinciale Staten
Slide 19 - Quizvraag
Wie kiest de Eerste Kamer?
A
het volk
B
de Tweede Kamer
C
Provinciale Staten
D
de Eerste Kamer wordt niet gekozen
Slide 20 - Quizvraag
In een indirecte democratie ......
A
maakt het volk zelf de wetten
B
kiest het volk via een referendum
C
kiest het volk volks-vertegenwoordigers
D
bepaalt de regering
Slide 21 - Quizvraag
Een ander woord voor referendum is ...................
A
compromis
B
rentmeesterschap
C
eigen verantwoordelijkheid
D
volksraadpleging
Slide 22 - Quizvraag
Voor rechtse partijen is de belangrijkste waarde ............. ?
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
solidariteit
D
geloof
Slide 23 - Quizvraag
Voor linkse partijen is de belangrijkste waarde ............. ?
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
solidariteit
D
geloof
Slide 24 - Quizvraag
Als Tweede Kamerleden zelf een wetsvoorstel indienen, maken ze gebruik van het recht van .....
A
interpellatie
B
enquête
C
amendement
D
initiatief
Slide 25 - Quizvraag
Welk recht heeft de Tweede Kamer wel, maar de Eerste Kamer niet?
A
interpellatie
B
enquête
C
amendement
D
vragenrecht
Slide 26 - Quizvraag
Wie maakt er geen deel uit van de Trias Politica?
A
controlerende macht
B
rechterlijke macht
C
uitvoerende macht
D
wetgevende macht
