Vooronderzoek

Werkwoordspelling
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Woordweb

Ik weet wat tegenwoordige tijd betekent
Ja
Nee
Een beetje

Slide 2 - Poll

Ik weet wat verleden tijd betekent
Ja
Nee
Een beetje

Slide 3 - Poll

Ik weet wat een voltooid deelwoord is
Ja
Nee
Een beetje

Slide 4 - Poll

Pieter speelt viool en oma maakt thee
A
Deze zin staat in de tegenwoordige tijd
B
Deze zin staat in de verleden tijd
C
Deze zin heeft een voltooid deelwoord
D
Ik heb geen idee

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb Bas zijn cadeau gegeven
A
Deze zin staat in de tegenwoordige tijd
B
Deze zin staat in de verleden tijd
C
Deze zin heeft een voltooid deelwoord
D
Ik heb geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Mijn tante zat lekker in de tuin.
A
Deze zin staat in de tegenwoordige tijd
B
Deze zin staat in de verleden tijd
C
Deze zin heeft een voltooid deelwoord
D
Ik heb geen idee

Slide 7 - Quizvraag

Als een zin in de tegenwoordige tijd staat, dan zie ik dat aan:

Slide 8 - Open vraag

Als een zin in de verleden tijd staat, dan zie ik dat aan:

Slide 9 - Open vraag

Als een zin een voltooid deelwoord heeft dan zie ik dat aan:

Slide 10 - Open vraag