Pathologie AZ - Anemie en stollingsstoornissen

Anemie en stollingsstoornissen
Op je laptop: ga naar LessonUp.app 
Vul straks de code in, die op het scherm verschijnt
Doe mee met de (interactieve) les
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
PathologieMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anemie en stollingsstoornissen
Op je laptop: ga naar LessonUp.app 
Vul straks de code in, die op het scherm verschijnt
Doe mee met de (interactieve) les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen circulatiestelsel + voorkennis activeren
  • Uitleg anemie
  • Zelfstandig werken
  • Stollingsstoornissen 


Slide 3 - Tekstslide

Door welke bloedvaten stroomt zuurstofrijk bloed?
A
Slagaders (behalve longslagader)
B
Aders (behalve longader)
C
Haarvaten

Slide 4 - Quizvraag

Door welke bloedvaten stroomt zuurstofarm bloed?
A
Slagaders (behalve longslagader)
B
Aders (behalve longader)
C
Haarvaten

Slide 5 - Quizvraag

In welke bloedvaten vindt uitwisseling plaats
van zuurstof + voedingsstoffen
met koolstofdioxide + afvalstoffen?
A
Arterien
B
Arteriolen
C
Venulen
D
Capillairen

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste bloedcel.
zuurstoftransport
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje
erytrocyt
Anemie
Leukocyt
Infecties
Trombocyten
Bloedingen 
Stolsels
Bescherming ziekteverwekkers
Stolling

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

In de rode bloedcellen, in het Latijn A)                 genoemd, zit het eiwit B)                                 waarin een heemgroep zit dat het mineraal C)                   bevat. Dit mineraal krijgen we binnen via onze voeding. Bij een tekort aan dit mineraal kan je last krijgen van D)
in het Latijn E) 
erytrocyten
trombocyten
leukocyten
albumine
hemoglobine
bilirubine
IJzer
Vit. B12
EPO
Anemie
Polyurie
Bloedarmoede
Bloedingen

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke stoffen zijn nodig voor de
aanmaak van rode bloedcellen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Welke symptomen passen bij bloedarmoede?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt er aan diagnostiek gedaan om anemie aan te tonen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is bij de meeste gevallen van anemie de behandeling?
A
IJzerpreparaten (ferrofumaraat)
B
Foliumzuur
C
Vitamine B12 injecties
D
Bloedtransfusie

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Diagnostiek
  • Anamnese: bloedverlies? voeding? medicatie?
  • Bloedwaardes bepalen: Hb, MCV, ferritine (ijzer)
  • Eventueel: B12, foliumzuur, BSE (ontsteking), eGFR (nierfunctie)
  • MCV = gemiddelde grootte van de rode bloedcellen

Slide 23 - Tekstslide

Hemoglobine waardes
  • Normaalwaardes:
  • Mannen: 8,5-11 mmol/l
  • Vrouwen: 7,5-10 mmol/l

  • Onder de 8,5 (man) of 7,5 (vrouw) > anemie

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Maak de huiswerkopdracht
  • Kijk eerdere huiswerkopdrachten na 
  • Verdiep je alvast in Diabetes

Slide 27 - Tekstslide

Stollingsstoornissen
  • Ophalen voorkennis stolling
  • Uitleg stollingsproblemen
  • Afronding 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Rode bloedcel
Fibrinedraden

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Waar heb je stolling voor nodig?
Wanneer treedt het op?

Slide 32 - Open vraag

Bij beschadiging van een bloedvat

Slide 33 - Tekstslide

Vasoconstrictie
Trombocytenaggregatie
Fibrineprop
Venauwing van bloedvat
bloedplaatjes plakken aan elkaar
vorming van fibrinedraden

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor stap 2 (trombocytenaggregatie)?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor stap 3 (fibrineprop)?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Welke 2 problemen kan je krijgen als de stolling niet goed werkt?

Slide 40 - Open vraag

bloedingsneiging)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

= Puntbloedingen

Slide 43 - Tekstslide

= (grote) blauwe plekken

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Sleep de juiste omschrijving naar de juiste term
Trombus
Embolus
Stolsel vast aan bloedvatwand
losgeschoten stolsel
Trombosebeen
longembolie

Slide 47 - Sleepvraag

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Behandeling overmatige hemostase
  • Anticoagulantia = antistolling medicatie
  • Om nieuwe stolsels te voorkomen
  • Risico: sneller/heviger bloeden

  • Trombolyse  = het actief oplossen van een stolsel
  • Risico: veel hoger risico op bloeding

Slide 52 - Tekstslide

Te weinig stolling door te weinig bloedplaatjes herken je aan:
A
puntbloedingen
B
blauwe plekken
C
nabloeding na 1-2 uur
D
Spierbloedingen

Slide 53 - Quizvraag

Te weinig stolling door problemen in fase 3 herken je aan:
A
puntbloedingen
B
blauwe plekken
C
wond blijft meteen bloeden
D
Slijmvliesbloedingen

Slide 54 - Quizvraag

Wat past NIET bij te weinig stolling?
A
Te weinig aanmaak van trombocyten
B
Vitamine K tekort
C
Te weinig stollingsfactoren
D
Embolie

Slide 55 - Quizvraag

Welke medicatie geef je bij teveel stolling?
A
Anticoagulantia
B
Trombocyten
C
Cofact
D
Vitamine K

Slide 56 - Quizvraag

Wat is de naam voor een stolsel die vastzit aan de vaatwand?
A
Trombus
B
Embolus
C
Trombocyt
D
Erytrocyt

Slide 57 - Quizvraag