1E Bloed en bloedstolling

Vandaag
  • Even inchecken
  • Opfrissen voorkennis bloedvaten
  • Uitleg bloed, bloedstolling en stollingsstoornissen 
  • Afronden les
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie & FysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Even inchecken
  • Opfrissen voorkennis bloedvaten
  • Uitleg bloed, bloedstolling en stollingsstoornissen 
  • Afronden les

Slide 1 - Tekstslide

Check-in

Slide 2 - Tekstslide

Even opfrissen

Wat weten jullie nog?

Slide 3 - Tekstslide

In welke bloedvaten komen kleppen voor?
A
Slagders
B
Aders
C
Haarvaten
D
Allemaal

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de route van de kleine bloedsomloop?
A
rechterkamer → longslagaders → kleine slagaders → haarvaten → longweefsel → haarvaten → kleine aders → longaders → linkerboezem (→ linkerkamer; overgang naar grote bloedsomloop)
B
linkerkamer → longslagaders → kleine slagaders → haarvaten → longweefsel → haarvaten → kleine aders → longaders → rechterboezem (→ linkerkamer; overgang naar grote bloedsomloop)
C
rechterkamer → longaders → kleine slagaders → haarvaten → longweefsel → haarvaten → kleine aders → longslagaders → linkerboezem (→ linkerkamer; overgang naar grote bloedsomloop)
D
rechterkamer → longslagaders → kleine aders → haarvaten → longweefsel → haarvaten → kleine slagaders → longaders → linkerboezem (→ linkerkamer; overgang naar grote bloedsomloop)

Slide 5 - Quizvraag

Wat zit er in bloed?

Slide 6 - Open vraag

Volume en samenstelling
Ongeveer 5 liter (afhankelijk van geslacht/bouw)
55% bloedplasma
45% bloedcellen

Slide 7 - Tekstslide

Bloedplasma
Ruim 90% water
Zouten, bv. kalium, natrium, chloor
Eiwitten
Bloedgassen , bv. zuurstof, koolstofdioxide en stikstof

Slide 8 - Tekstslide

Bloedcellen
Worden aangemaakt in beenmerg en lymfatisch weefsel
Afhankelijk van plaats in lichaam en behoefte aan soort bloedcel ontwikkelen zich uit stamcellen drie soorten bloedcellen
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 9 - Tekstslide

Wedstrijdje!
Maak 2 groepen
Zoek bij iedere afbeeldingen de juiste begrippen
Wie het eerst de begrippen bij de juiste afbeelding heeft liggen heeft gewonnen!  
Zoek de begrippen op via Thieme Meulenhoff

Slide 10 - Tekstslide

Trombocyten
  • Trombocyten (bloedplaatjes) zijn zeer klein
  • Hebben weinig onderdelen, geen celkern
  • Leven maximaal 10 dagen, afbraak in de milt
  • 1/3 is opgeslagen in de milt,
    2/3 stroomt door het bloed

Slide 11 - Tekstslide

Trombocyten
  • Belangrijke rol bij de hemostase:
  • Stoppen van het bloeden van een wondje
  • Kleiner maken van het gat in het bloedvat
  • Regelen van de aanmaak van enzymen en stollingsfactoren  voor de verdere bloedstolling

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de term naar de juiste fase van hemostase:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Vaatfase
Bloedplaatjes
fase
Stollingsfase

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de omschrijving naar de juiste fase van hemostase:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Vaatspasme: vasoconstrictie van het bloedvat
Trombocyten hechten aan beschadigde bloedvatwand
Fibrinedraden vormen een web met daarin trombocyten en erytrocyten

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stollingsstoornissen - stolling gaat mis
Er is:
 te weinig stolling > bloedingen
OF
teveel stolling > bloedpropjes

Slide 19 - Tekstslide

Te weinig stolling
  • In fase 1) gestoorde vasoconstrictie door slappe of stijve vaatwand
  • In fase 2) gestoorde vorming van trombocytenprop
  • In fase 3) Gestoorde vorming van het fibrinenetwerk

Slide 20 - Tekstslide

Teveel stolling
  • Onnodige bloedpropje(s)/stolsel(s) 

  • Kan leiden tot trombose (bijv. trombosebeen)
  • Trombose kan weer leiden tot een embolie in de longen, het hart of de hersenen (afhankelijk van de plek van het stolsel)

Slide 21 - Tekstslide

Wat gebeurt er als eerste bij een verwonding?
A
Aan elkaar plakken van de bloedplaatjes
B
Vorming van fibrinedraden
C
Vorming van littekenweefsel
D
Vaatvernauwing

Slide 22 - Quizvraag