Wat? Maak opgave 1 tot en met 13
Hoe? Je mag fluisterend overleggen met je buur
Hulp? Boek, buur bureau
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst?
Je kunt van een aantal bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn.
Je kunt eigenschappen en toepassingen van zure en basische oplossingen noemen.
Je kunt het verband beschrijven tussen de concentratie van zure en basische oplossingen en de pH.
Klaar? Nakijken