In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Lezen op het mbo
Slide 1 - Tekstslide
Uit de media
Lezen steeds populairder: bijna helft van Nederlandse jongeren slaat elke week een boek open. Nederlandse jongeren zijn de afgelopen vijf jaar meer gaan lezen. Bijna de helft van alle jongeren tussen de 12 en 25 jaar zegt in hun vrije tijd elke week een boek te lezen. Dit aantal lag in 2018 nog op 39 procent.
Bron AD: voorjaar 2024
Slide 2 - Tekstslide
Wie leest er wel eens een boek?
Vaak
Soms
Nooit
Slide 3 - Poll
Geen boek Wat lees je dan wel?
Slide 4 - Woordweb
Naar welke series of films kijk je het liefst?
Slide 5 - Woordweb
Waar is lezen goed voor?
Slide 6 - Woordweb
Waarom is lezen belangrijk?
- uitbreiding woordenschat
- uitbreiding leesvaardigheid
Slide 7 - Tekstslide
A
Ja, bijna elke dag
B
Af en toe
C
Bijna nooit
D
Weet ik niet meer
Slide 8 - Quizvraag
Werd jij vroeger voorgelezen?
Ja, bijna elke dag
Af en toe
Bijna nooit
Weet ik niet meer
Slide 9 - Poll
Welk boek herinner jij je? (Voorgelezen of zelf gelezen)
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Nog enkele voordelen
Goed voor je sociaal-emotionele ontwikkeling
Inleven in het verhaal van een ander
Algemene kennis opdoen
Leren over andere landen en culturen
Slide 13 - Tekstslide
Daarnaast...
Op de arbeidsmarkt is vraag naar nieuwe vaardigheden, die jongeren kunnen verwerven door het lezen van boeken:
empathie
creativiteit
leiderschap
kritisch denken
Bron: KVB Boekwerk, De impact van het boek
Slide 14 - Tekstslide
Woordenschatonderwijs
Max 1000 woorden per jaar, maar vaak nog niet eens de helft
- De te leren woorden zijn al bekend
- Na de les vergeet je de betekenis alweer
- Je leert maar één betekenis van dat woord, waardoor je het moeilijk kunt toepassen
Slide 15 - Tekstslide
15 minuten vrij lezen per dag
Ongeveer 1000 woorden per jaar, zonder mits en maar
- Je pikt je eigen moeilijke woorden eruit
- Woorden komen vaak meerdere keren terug
- Door de context kom je erachter in welke zinnen je het woord kunt gebruiken