- Er werden boeken gedrukt die in andere landen verboden waren. (Anti - christelijke boeken, anti - monarchie boeken etc.)
- Toch was er geen godsdienstvrijheid. De gereformeerden hadden overal de meeste rechten.
- Alle katholieke kerkgebouwen waren omgebouwd naar calvinistische kerken.
- Alleen calvinisten konden regent worden.
- Soms mochten Lutheranen en Joden ook gebedsgebouwen bouwen.
- Katholieke kerk was verboden maar bijeenkomsten werden gedoogd.