Oppervlakte driehoek
Wat bereken je met de formule
straal x straal x 3,14?
straal x straal x 3,14?
1 / 14
Onderdelen in deze les
Wat bereken je met de formule
straal x straal x 3,14?
straal x straal x 3,14?
Slide 1 - Open vraag
Bereken de oppervlakte
van het terras.
van het terras.
A
de oppervlakte is 304 m²
B
de oppervlakte is 175 m²
C
de oppervlakte is 150 m²
D
de oppervlakte is 154 m²
Slide 2 - Quizvraag
Bereken de omtrek
van het terras.
van het terras.
A
de omtrek is 30 m
B
de omtrek is 54 meter
C
de omtrek is 60 meter
D
de omtrek is 70 m
Slide 3 - Quizvraag
De basis van een driehoek is 8 cm, de hoogte is 5 cm.
Wat is de oppervlakte?
Wat is de oppervlakte?
A
20 cm
B
40 cm²
C
20 cm²
D
13 cm²
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de oppervlakte van de
cirkel met: straal x straal x
cirkel met: straal x straal x
π
A
78,54 cm2
B
19,63 cm2
C
25 cm2
D
44,3 cm2
Slide 5 - Quizvraag
Een rond zwembad heeft een
straal van 6 m.
Bereken de omtrek en de oppervlakte van dit zwembad. Noteer de berekeningen.
Rond af op 1 decimaal.
Maak een foto en zet hier neer.
straal van 6 m.
Bereken de omtrek en de oppervlakte van dit zwembad. Noteer de berekeningen.
Rond af op 1 decimaal.
Maak een foto en zet hier neer.
Slide 6 - Open vraag
Bereken de oppervlakte in
cm2
Slide 7 - Open vraag
Bereken de oppervlakte in
dm2
Slide 8 - Open vraag
De garagebox van de familie Kuiper wordt aan de buitenkant opnieuw geschilderd.
De garagebox is 5m lang, 25 dm hoog en 3m breed.
a. Bereken de oppervlakte van het dak.
b. Bereken de oppervlakte van de zijkant.
c. Bereken de oppervlakte van de voorkant.
d. Bereken hoeveel er geschilderd moet worden in
De garagebox is 5m lang, 25 dm hoog en 3m breed.
a. Bereken de oppervlakte van het dak.
b. Bereken de oppervlakte van de zijkant.
c. Bereken de oppervlakte van de voorkant.
d. Bereken hoeveel er geschilderd moet worden in
m2
Slide 9 - Open vraag
Een rechthoek is 7 bij 4 cm. Bereken de omtrek en de oppervlakte.
A
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 28 cm²
B
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 35 cm²
C
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 11 cm²
D
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 28 cm²
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Hoe bereken je de oppervlakte van een RECHThoek?
A
lengte + breedte
B
je loopt er omheen
C
lengte x breedte
D
lengte x breedte : 2
Slide 12 - Quizvraag
Hoe bereken je de oppervlakte van een DRIEhoek?
A
lengte + breedte
B
je loopt er omheen
C
lengte x breedte
D
lengte x breedte : 2
