In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wiskunde!
Wiskunde
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
We gaan vandaag oefenen voor de toets.
Pak voor je:
rekenmachine
schrift
potlood / pen
Slide 2 - Tekstslide
Een rechthoek is 7 bij 4 cm. Bereken de omtrek en de oppervlakte.
A
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 28 cm²
B
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 35 cm²
C
omtrek = 11 cm, oppervlakte = 11 cm²
D
omtrek = 22 cm, oppervlakte = 28 cm²
Slide 3 - Quizvraag
Wat bereken je met de formule straal x straal x 3,14?
Slide 4 - Open vraag
Bereken de oppervlakte van het terras.
A
de oppervlakte is 304 m²
B
de oppervlakte is 175 m²
C
de oppervlakte is 150 m²
D
de oppervlakte is 154 m²
Slide 5 - Quizvraag
Bereken de omtrek van het terras.
A
de omtrek is 30 m
B
de omtrek is 54 meter
C
de omtrek is 60 meter
D
de omtrek is 70 m
Slide 6 - Quizvraag
Welke twee gegevens heb je nodig om de oppervlakte van een parallellogram te berekenen?
A
omtrek en lengte
B
lengte en breedte
C
basis en hoogte
D
(basis x hoogte) : 2
Slide 7 - Quizvraag
De basis van een driehoek is 8 cm, de hoogte is 5 cm.
Wat zijn de omtrek en de oppervlakte?
A
20 cm
B
40 cm²
C
20 cm²
D
13 cm²
Slide 8 - Quizvraag
De basis van een driehoek is 8 cm, de hoogte is 5 cm.
Wat zijn de omtrek en de oppervlakte?
A
13 cm en 20 cm
B
26 cm en 40 cm²
C
26 cm en 20 cm²
D
16 cm² en 20 cm²
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de omtrek en oppervlakte
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de omtrek en de oppervlakte op van de figuren hieronder.
Herleid je antwoorden.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de formule van oppervlakte?
en welke eenheid?
Wat is de formule van omtrek?
en welke eenheid?
Wat is de formule van inhoud?
en welke eenheid?
oppervlakte
omtrek
inhoud
m²
m³
m
LxB
L+L+B+B
LxBxH
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de vierkanten naar de bijbehorende omtrek en/of oppervlakte.
timer
5:00
A
B
C
D
E
Slide 13 - Sleepvraag
Teken een cirkel met middelpunt M en een straal van 2 cm. Teken in de cirkel een diameter. Zet bij de cirkel: de diameter is ________ cm. Zet bij de cirkel ook: de straal is _________ cm. Bereken de omtrek van de cirkel die je getekend hebt. Rond af op één decimaal.
Slide 14 - Open vraag
Een rond zwembad heeft een straal van 6 m. Bereken de omtrek en de oppervlakte van dit zwembad. Noteer de berekeningen. Rond af op 1 decimaal.
Slide 15 - Open vraag
Bereken de oppervlakte in
cm2
Slide 16 - Open vraag
Bereken de oppervlakte in
dm2
Slide 17 - Open vraag
De garagebox van de familie Kuiper wordt aan de buitenkant opnieuw geschilderd. De garagebox is 5m lang, 25 dm hoog en 3m breed. a. Bereken de oppervlakte van het dak. b. Bereken de oppervlakte van de zijkant. c. Bereken de oppervlakte van de voorkant. d. Bereken hoeveel er geschilderd moet worden in