In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Weekplenda
Week 2
Week 3
Week 4
H2 §4
H2 §5
PW H2
§1 t/m 5
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en je hebt alle spullen voor het vak mee.
Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt, op je bureau.
Je legt je tas met je mobiel op of onder het rek in het lokaal.
Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je helpt waar mogelijk en beledigd niemand.
Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt dat je je lesdoelen behaald.
Welkom!
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen wat een hooggebergte is
hoogtegordels onderscheiden in de bergen
het verband tussen bevolkingsdichtheid en reliëf verklaren
het verband tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen uitleggen
Slide 3 - Tekstslide
Benodigde voorkennis
Je weet dat Nederland geen hooggebergte
heeft.
Je weetwaarom het koud is op de polen.
Je weethet verschil tussen bevolkingsdichtheid
en bevolkingsspreiding.
Slide 4 - Tekstslide
2.4 Het Lötschental
Slide 5 - Tekstslide
Het Lötschental is een bergdal in Zwitserland.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
De Mont Blanc is met 4.810 meter
de hoogste top van de Alpen.
Slide 8 - Tekstslide
herhaling!
Slide 9 - Tekstslide
Bevolking in de Alpen
Welk verband zie je
als je de 2 kaarten
met elkaar gaat
vergelijken?
Waarom?
Hoogte in meters?
Relief
Aantal inwoners per km2?
Bevolkingsdichtheid
Je ziet dat de bevolkingsdichtheid het hoogst is in het dal en het laagst in de bergachtige gebieden.
In het bergachtige gebied ligt eeuwige sneeuw / gletsjers = ijsmassa die langzaam naar beneden schuift. Daardoor is het te koud en niet goed bereikbaar.
Slide 10 - Tekstslide
Een gletsjer = langzaam schuivende ijsmassa.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
natuurlandschap = ingericht door de natuur
cultuurlandschap = ingericht door mensen
- Ingericht landschap: Landschap dat de mens heeft ingericht/ veranderd
herhaling!
Slide 14 - Tekstslide
B51 Hoogtegordels
Verschillende zones van plantengroei.
herhaling!
eik, beuk, kastanje - bomen met bladeren
spar, den, larix - bomen met naalden
bloemen, kruiden, grassen - lage planten die tegen kou kunnen
mossen, korstmossen bovenaan - vegetatie die tegen extreme kou kunnen
geen vegetatie ivm eeuwige sneeuw
Slide 15 - Tekstslide
Hoogteligging en temperatuur B52
Zonnestralen geven warmte af op aarde. Op een berg is de afstand kort op zeeniveau is de afstand lang.
Dus berggebieden zijn kouder dan landen op zeeniveau.
Regel! 1.000 meter stijgen is 6 graden kouder.
De aangegeven hoogte vanaf zeeniveau.
herhaling!
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
In de winter ...
In de zomer ...
dubbelseizoen
snowboarden, skien, langlaufen, winterwandelen, rodelen, trekking met honden en schaatsen
wandelen, rodelen, mountainbiken, vissen en zwemmen
Slide 18 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen wat een hooggebergte is
hoogtegordels onderscheiden in de bergen
het verband tussen bevolkingsdichtheid en reliëf verklaren
het verband tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen uitleggen
Slide 19 - Tekstslide
Woordenboek
gletsjer
bereikbaarheid
dubbelseizoen
Schrijf onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift en noteer de uitleg erachter!
LessonUp
Learnbeat
Slide 20 - Tekstslide
Interessant feitje ...
In de Alpen vind je ongeveer 82 bergtoppen van 4000 meter en hoger!
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak van paragraaf 2.4 opdracht 1 t/m 5 in Learnbeat.
Klaar?
Oefen met de extra quiz vragen in LessonUp!
Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!
Slide 22 - Tekstslide
Hoe hoog is de hoogste berg van de Alpen?
A
750 meter
B
1950 meter
C
2790 meter
D
4810 meter
Slide 23 - Quizvraag
In welk continent ligt het Lotschendal?
A
Azië
B
Afrika
C
Europa
D
Noord-Amerika
Slide 24 - Quizvraag
Hoe hoger ...
A
hoe kouder het wordt
B
hoe warmer het wordt
Slide 25 - Quizvraag
Per 1000 meter dat je omhoog gaat, wordt het ...... ºC graden kouder
Slide 26 - Open vraag
De bevolkingsdichtheid in de Alpen is hoog/laag, omdat ...
Slide 27 - Open vraag
De meeste mensen wonen in ...
A
in het dal
B
in de bergen
Slide 28 - Quizvraag
Welk reliëf hoort bij de Alpen?
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte
Slide 29 - Quizvraag
Is dit een natuur- of cultuurlandschap?
Slide 30 - Open vraag
Is dit een natuur- of cultuurlandschap?
Slide 31 - Open vraag
Wat zie je op de foto? Natuur- of cultuurlandschap
A
natuurlandschap
B
cultuurlandschap
Slide 32 - Quizvraag
Welke hoogtegordel zie je op de foto?
Slide 33 - Open vraag
De bevolkingsdichtheid is hier hoog.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Een laag eeuwige sneeuw die samengeperst is tot ijs en langzaam naar beneden schuift, wordt ook wel ... genoemd.