Soortvorming door natuurlijke selectie
Populaties kunnen door natuurlijk ontstane barrières opgesplitst worden.
Na de splitsing is er reproductieve isolatie, er vind geen genenuitwisseling meer plaats tussen de groepen.
Een verschillende selectiedruk en willekeurige mutaties zorgen ervoor dat de twee groepen steeds meer van elkaar gaan verschillen.
Dit kan als gevolg hebben dat de twee groepen na een lange tijd elkaar niet meer herkennen als soortgenoot en/of geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen; er zijn dan 2 verschillende soorten ontstaan. We spreken in dit geval van allopatrische soortvorming.