H3d 30.3.2021 voegwoorden + werkwoordvolgorde

Willkommen!

Wir brauchen heute:  
chromebook met LessonUp
(klas code: uuogw)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Wir brauchen heute:  
chromebook met LessonUp
(klas code: uuogw)

Slide 1 - Tekstslide

Programm Dienstag, 30.3.2021
Grammatik 2 - voegwoorden
Jojo

Ihr könnt Nebensätze (bijzinnen) korrekt einleiten.

Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben
Fragen?

Slide 3 - Tekstslide

Voegwoorden
Was ist das?

Slide 4 - Tekstslide

Konjunktionen und Wortstellung

Slide 5 - Tekstslide

Konjunktionen
Konjunktionen zijn in het Nederlands voegwoorden.

Wat is een voegwoord?
Voegwoorden zijn woorden die zinnen 'aan elkaar voegen'. Met voegwoorden wordt het verband tussen (de inhoud van de) zinnen en woorden duidelijk.
Denk aan: reden, oorzaak , gevolg, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Duitse voegwoorden?

Slide 7 - Woordweb

dass
ob
wenn
wann
weil
nachdem
bevor
obwohl
als
dat
of
als, indien
wanneer (tijdstip)
omdat
nadat
voordat
hoewel
toen

Slide 8 - Tekstslide

voordat
omdat
 hoewel
dat 
of
wanneer
weil
nachdem
als
dass
ob
wann
wenn
ehe, bevor
obwohl
toen
nadat
als, indien

Slide 9 - Sleepvraag

wenn - wann
wann  -> wanner,
                    tijdstip           Er fragt, wann der Bus fährt.
                                                Ich weiß nicht, wann die Stunde beginnt.

wenn   -> voorwaarden
                     als, indien    Ich komme mit, wenn ich darf.
                                             Alle bleiben zu Hause, wenn sie krank sind.

Slide 10 - Tekstslide

werkwoordvolgorde bijzin

Slide 11 - Tekstslide

wenn
(als/indien)
wann
(wanneer, tijdstip)
Er fragt, ____ die Maiferien sind.
Ich lerne immer die Wörter, ____ das Hausaufgabe ist.
Der Fahrplan gibt an, ____ der Bus kommt.
Du darfst auch mit, _____ du Lust hast.
Sie will wissen, _____ Pause ist.
Die Schüler sprechen nicht, _____ Unterricht ist.

Slide 12 - Sleepvraag

werkwoordvolgorde bijzin
In een bijzijn staat der persoonsvorm normaalgesproken aan het einde van de zin:

Ich denke, dass sie für so was keine Zeit hat.
Wisst ihr, ob der FC Köln gewonnen hat?
Wir haben Hunger, weil wir die Pause überschlagen haben.


Slide 13 - Tekstslide

Ausnahme!

denn  -> want

Alleen bij dit voegwoord staat de persoonsvorm direct achter het onderwerp (Net als in NL)

Ich bleibe zu Hause, denn ich bin krank.

Slide 14 - Tekstslide

Mutter sagt, dass ich zur Schule laufen muss.
A
richtig
B
falsch
C
weiß ich nicht

Slide 15 - Quizvraag

Er hat es gesehen, obwohl ich es hatte verboten.
A
richtig
B
falsch
C
weiß nicht

Slide 16 - Quizvraag

er
zur Schule
obwohl
Corona 
geht 
Er 
hat 

Slide 17 - Sleepvraag

er
nicht zur Schule
denn
Corona 
geht 
Er 
hat 

Slide 18 - Sleepvraag

Hausaufgaben für Mittwoch, 31.3.
Lernen:     Wörterliste A, 2. Spalte
Machen:   10.4
                 

   

Slide 19 - Tekstslide

Jojo 6
Klikt auf den Link.
Guckt den Film.
Beantwortet die Fragen unten dran.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Klasse!
Ihr könnt Nebensätze (bijzinnen) korrekt einleiten.

Slide 22 - Tekstslide