tekstverbanden klas 3 kader

Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen of stofzuigen.
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
voorbeeld
D
bijzaak
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen of stofzuigen.
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
voorbeeld
D
bijzaak

Slide 1 - Quizvraag

Dat is oneerlijk. Bovendien worden ze slecht betaald.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming

Slide 2 - Quizvraag

In India werken de kinderen in fabrieken waar ze onder andere tapijten maken.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd
D
hoofdzaak

Slide 3 - Quizvraag

Deze kinderen gaan eerst werken en daarna pas naar school.
A
voorbeeld
B
opsomming
C
volgorde van tijd
D
kernzin

Slide 4 - Quizvraag

De kinderen in India hebben recht op:
- school
-vrije tijd
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 5 - Quizvraag

Op intranet vind je informatie over de school. Zo staat er iets over het rooster en de cijfers.
A
volgorde van tijd
B
voorbeeld
C
opsomming

Slide 6 - Quizvraag

Nadat je het antwoord hebt ingevuld, krijg je feedback.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 7 - Quizvraag

In mijn boodschappentas zit brood, melk, taart en vis.
A
voorbeeld
B
volgorde van tijd
C
opsomming

Slide 8 - Quizvraag

We hebben een leuke klas. Neem nou Simon, echt een toffe peer!
A
opsomming
B
voorbeeld
C
volgorde van tijd

Slide 9 - Quizvraag

Tekstverbanden/ verbanden
signaalwoorden

Slide 10 - Tekstslide

bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere

signaalwoorden voor een voorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagna.

Slide 12 - Tekstslide

In de kerstvakantie ga ik leuke dingen doen. Zo ga ik op maandag naar de Efteling en op woensdag karten.

Slide 13 - Tekstslide

In de ochtend ga ik onder andere surfen, zwemmen en voetballen.

Slide 14 - Tekstslide

ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, tenslotte,
een dubbele punt :
liggende streepjes (-)
getallen (1,2,3)
dots (*)
signaalwoorden voor een opsomming




Slide 15 - Tekstslide

Voor het bakken van een ei heb je nodig: een ei, een spatel en een pan

Slide 16 - Tekstslide

Ik ga niet meer mee op vakantie. Ten eerste ben ik al 16 en ten tweede vind ik de bestemming vaak niet leuk.

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb drie huisdieren:
* een cavia
* een hond
* een konijn

Slide 18 - Tekstslide

chronologisch verband:eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dan

signaalwoorden voor volgorde van tijd/ chronolgisch verband

Slide 19 - Tekstslide

De winkeleigenaar deed eerst de deur open. Daarna zette hij het kraampje buiten.

Slide 20 - Tekstslide

Ik loop naar de metro waar ik vervolgens een kaartje koop.

Slide 21 - Tekstslide

Terwijl mijn broer de hond eten geeft, maak ik de kattenbak schoon.

Slide 22 - Tekstslide

tekstverbanden:
tegenstelling

Slide 23 - Tekstslide

signaalwoorden:
maar,echter,toch,hoewel,
daarentegen, tegenover, daar staat tegenover, aan de ene kant....aan de andere kant

Slide 24 - Tekstslide

In klas 2H zit een leerling uit Brielle. Hij doet goed zijn best, maar is wel iedere keer te laat in de les.

Slide 25 - Tekstslide

Frank is niet zo goed in knutselen. Toch denk ik dat hij een leuke surprise gaat maken.

Slide 26 - Tekstslide

Morgen gaan we naar het strand en hoewel de weersverwachting niet zo goed is, hebben we er enorm veel zin in.

Slide 27 - Tekstslide

Tekstverbanden: reden (argument)

Slide 28 - Tekstslide

Signaalwoorden: omdat, daarom, want, de reden hiervoor is, immers, namelijk,dus

Slide 29 - Tekstslide

Ik lever mijn mobiel altijd in, want dat is het verstandigste.

Slide 30 - Tekstslide

Omdat Dave graag leest, gaan we donderdag lezen.

Slide 31 - Tekstslide

Morgen schijnt de zon en daarom gaat Noa naar het strand

Slide 32 - Tekstslide

De stoelen moeten op de tafel. De reden hiervoor is de komst van de schoonmaakster.

Slide 33 - Tekstslide