Bijles: Hoofdstuk 3

Bijles: Hoofdstuk 3
Oppervlakte
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijles: Hoofdstuk 3
Oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een overzicht met daarin de formules van vlakke vierhoeken.
 






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

parallellogram

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte = lengte x breedte
Oppervlakte =
Op een vlak

24 vierkantjes van 1cm2 nodig

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek
=
Omheen


22 cm touw nodig

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoeken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oppervlakte driehoek, basislijn en hoogtelijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de
oppervlakte?
A
800 mm2
B
1008 mm2
C
800 cm2
D
1008cm2

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
A
4 x 3 = 12 cm2
B
4 x 3 : 2 = 6 cm2
C
3 x 2 : 2 = 3 cm2
D
2 x 4 x 3 = 24 cm2

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bereken de oppervlakte
1 hokje = 1 cm bij 1 cm
A
21 m2
B
21 cm2
C
27 cm2
D
9 cm2

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte
van driehoek DEF.
De oppervlakte :
A
0.5 x 6 x 4 = 12 cm2
B
0.5 x 0.5 x 6 x 4 = 6 cm2
C
6 x 4 = 24 cm2
D
5 x 3 = 15 cm

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte parallellogram
Oppervlakte parallellogram = zijde * bijbehorende hoogte

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte driehoek
oppervlakte driehoek 
0,5 x zijde x hoogte
De zijde en de hoogte van een driehoek staan altijd loodrecht op elkaar!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke lijn of zijde is de
hoogtelijn van de driehoek?
A
AC
B
AB
C
BC
D
CD

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte stomphoekige driehoek

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte driehoek

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken de
Oppervlakte
A
14
B
7
C
5
D
10

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inlijsten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staan er geen maten bij een figuur, maar is deze op ruitjespapier getekend?
Dan kun je de oppervlakte berekenen met behulp van inlijsten.

Je tekent een hok om de figuur heen en beruikt de ruitjes.


Inlijsten = oppervlakte rechthoek - alle oppervlaktes die er niet bijhoren

Slide 22 - Tekstslide

Hoe teken ik een assenstelsel?
Wat moet ik doen als er een heel groot gedeelte zonder lijnen is?
Wie heeft er wel eens iets gedaan met 2x+3=y?


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is dit gedaan? Werk de som uit.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de
oppervlakte
van dit figuur.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte
van een parallellogram

OPP parallellogram = ............
A
0,5 x 3 x 4
B
0,5 x 4 x 3
C
3 x 4
D
4 x 3 x 2

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft gelijk, Bowie of Lev?
Lev heeft gelijk, want als je de oppervlakte wilt berekenen van een figuur moet je er altijd voor zorgen dat de eenheid van de maten waarmee je rekent gelijk is. 
Je mag de maten ook in mm zetten, dan wordt de oppervlakte 30 x 40 = 1200 mm2. Kijk altijd in de vraag of ze willen dat je je antwoord in een bepaalde eenheid zet!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkels

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van de cirkel?De oppervlakte van een cirkel bereken je met:
oppervlakte = 3,14 × straal2
A
7,07 dm²
B
1,77 dm²
C
0,71 m²
D
4,71 dm²

Slide 31 - Quizvraag

De oppervlakte van een cirkel is pi x straal x straal. Vergeet niet eerst de diameter om te rekenen naar de straal.

Oppervlakte cirkel =
A
pi x straal x straal
B
lengte x breedte
C
pi x straal
D
pi x diameter

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?
A
78,5 cm^²
B
314,2 cm^2
C
15,7 cm^2
D
31,4 cm^2

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?
oppervlakte cirkel = π x straal x straal
A
12,57cm²
B
12,56cm²
C
8,28cm²
D
8,27cm²

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktes omrekenen
 welke zijn even groot?
300 dm2
300 m2
30.000 m2
3 dam2
3 hm2
3 m2

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op helen: 43,4036
A
44
B
40
C
43,5
D
43

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op helen: 6,8
A
≈ 6
B
≈ 7

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 1 decimaal : 3,475
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Omtrek cirkel =
A
straalπ
B
lengteπ
C
diameterπ

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies