Evenementen leerjaar 2 (1)

van marketing vraagstuk, naar idee tot evenement!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

van marketing vraagstuk, naar idee tot evenement!

Slide 1 - Tekstslide

marketing vraagstuk
Hoe sluit ik beter aan bij mijn klanten, collega’s, publiek… Zodat ik hen nog beter kan helpen, en meer ‘winst’ haal uit deze contacten?

Hoe zet ik mijn bedrijf beter op de kaart zodat ik meer klanten krijg?

Wat is het moment om over mijn project of product te gaan communiceren met de buitenwereld?
geen team gevoel bij het personeel of een deuk in het bedrijfsimago

Slide 2 - Tekstslide

De aanleiding ga je vervolgens heel kort en in één zin formuleren als de probleemstelling. 

De probleemstelling is de hoofdvraag van het bedrijf die jij gaat oplossen!

Slide 3 - Tekstslide

SMART DOELEN
Formuleren

Slide 4 - Tekstslide

De S uit SMART staat voor:
A
Sociaal
B
Samenwerking
C
Specifiek
D
Spil

Slide 5 - Quizvraag

De 't' in de SMART-methodiek staat voor
A
taak
B
tijdgebonden
C
te-doen

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat de A voor in SMART?
A
Acceptatie
B
Acceptabel
C
Accoderen
D
Associatie

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent de "R"van SMART?

A
Relevant
B
Realistisch
C
racistisch
D
recapituleren

Slide 8 - Quizvraag

een promotieplan moet smart zijn . Wat valt niet onder SMART
A
Specifiek
B
Meetbaar
C
Realistisch
D
Actief

Slide 9 - Quizvraag

SMART

Slide 10 - Tekstslide

we willen een omzetstijging van 5%
JA
NEE

Slide 11 - Poll

Binnen drie maanden na het winterevenement moet de omzet met 2 procent gestegen zijn ten opzichte van vorig jaar
SMART?
JA
NEE

Slide 12 - Poll

Binnen een half jaar de winst met 50% laten stijgen
SMART?
JA
NEE

Slide 13 - Poll

• Begin met ‘Hoe…’
• Probleemstelling is een vragende zin.
• Sluit de zin af met (…) ‘middels een evenement’
• Maak de probleemstelling zo SMART mogelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Organisatie analyse 
de organisatie in kaart brengen. 
Hoe ziet het bedrijf er uit? 
Wat voor producten/diensten leveren zij? 
Wat is de toegevoegde waarde voor de klant? 
Wie zijn de klanten? 
Wat zijn belangrijke inkomsten en uitgaven?  

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

1. Klantsegmenten
2. Klantwaarde
3. Kanalen
4. Klantrelaties
5. Inkomstenstromen
6. Mensen & Middelen
7. Kernactiviteiten
8. Strategische Partners
9. Kostenstructuur

Slide 17 - Tekstslide

Klantsegmenten (de klant)

Slide 18 - Tekstslide