3H - les 37

Programa
  1. Leemos
  2. SO U6
  3. Controlar los deberes
  4. Perfecto
  5. Deberes
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
  1. Leemos
  2. SO U6
  3. Controlar los deberes
  4. Perfecto
  5. Deberes

Slide 1 - Tekstslide

Leemos SUAVEMENTE
  1. Werkblad
  2. Opdrachten achterin
  3. Deadline = 20 januari
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

SO U6 --> donderdag 16 nov
- lees & luisterfragment
- woordjes 6.1, 6.2, 6.3 NL-SP
- Roze werkwoordenblad 25 t/m 50 SP-NL
- Futuro
- Regelmatige ww vervoegen
- Wederkerende ww vervoegen
- Onregelmatige ww vervoegen
- perfecto regelmatige & onregelmatige
- voorzetsels
- aanwijzend voornaamwoord








Slide 3 - Tekstslide

Controlar los deberes
Maken: EB pagina 92-93, ejercicios 36-39

Maken: WB U6 --> BRON D Gramática (p.83-87), 10bc+11bc+12ab+13abc+14ab
(werkboek staat ook in classroom)
Leren: Perfecto
Leren: Voca 6.1 6.2 6.3 NL-SP
Leren: Roze wwblad 25-50 SP-NL



Slide 4 - Tekstslide

FUTURO

- gebruik

als je wil aangeven dat je iets GAAT DOEN


- met werkwoorden

vervoeging werkwoord IR + A + HELE WW

vb. ik ga slapen -> VOY A DORMIR


- met wederkerende ww

Levantarse -> ME VOY A LEVANTAR 

of

Levantarse -> VOY A LEVANTARME

Slide 5 - Tekstslide

Conjugar
Geef de juiste vervoegingen in de FUTURO:

  1. Mañana hablo con mi jefe
  2. Caminas con tu perro
  3. Juan come un helado
  4. Pepe y yo vivimos en Argentina
  5. Sandra y tú estudiás para el examen de español
  6. Juli y Ana comparten un bocadillo 
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Respuestas
  1. Mañana VOY A HABLAR con mi jefe
  2. VAS A CAMINAR con tu perro
  3. Juan VA A COMER un helado
  4. Pepe y yo VAMOS A VIVIR en Argentina
  5. Sandra y tú VAIS A ESTUDIAR para el examen de español
  6. Juli y Ana VAN A COMPARTIR un bocadillo 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Perfecto (uitzonderingen)
abrir - abierto
decir - dicho
escribir - escrito
ir - ido
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
volver - vuelto
romper - roto
ser - sido
morir - muerto

Slide 9 - Tekstslide

Conjugar
Geef de juiste vervoegingen in de PERFECTO:

  1. querer, nosotros
  2. ducharse, vosotros
  3. vestirse, tú
  4. conducir, yo
  5. salir, yo
  6. entender, él
  7. bajar, ustedes
  8. hacer, ella
  9. trabajar, tú
  10. acostarse, yo
timer
6:00

Slide 10 - Tekstslide

Respuestas
Geef de juiste vervoegingen in de PERFECTO:

  1. Hemos querido
  2. Os habéis duchado
  3. Te has vestido
  4. He conducido
  5. He salido
  6. Ha entendido
  7. Han bajado
  8. Ha hecho
  9. Has trabajado
  10. Me he acostado

Slide 11 - Tekstslide

Trabajamos

EB pagina 90 - 91, ejercicio 35



Klaar? Ga dan naar VERBUGA spaans

Werkwoorden: allemaal, regelmatig en onregelmatige

Tijd: pretérito perfecto

Slide 12 - Tekstslide

Deberes

EB pagina 90 - 91, ejercicio 35



Kennen: perfecto + onregelmatigheden

Slide 13 - Tekstslide