verschillende oorzaken 1 foute vrienden 2 patseraanpak 3 bindingen met verkeerde mensen 4 gelegenheid 5 etiketcrimineel 5 ontkennen 6 optelsom van factoren
Slide 8 - Tekstslide
9.5 de rechtszaak
belangrijkste personen in rechtszaal: 1 de verdachte met advocaat 2 officier van justitie 3 rechter
DE RECHTSZAAK
1 persoons gegevens
2 aanklacht
3 vragen
Slide 9 - Tekstslide
wanneer ben je schuldig?
1. gaat het om een strafbaar feit 2. heeft de verdachte het gedaan 3. is de verdachte strafbaar?
( dan noemt de rechter de dader dan ontoerekeningsvatbaar als hij gevaarlijk is kan de verdachte in een TBS-kliniek terecht komen)
Slide 10 - Tekstslide
wat mag de politie?
Fouilleren (dan word je kleding doorzocht, maar ze mogen niet zonder toestemming je tas doorzoeken)
arresteren ( je moet mee naar het politie bureau)
je huis doorzoeken (zoeken naar bewijsmateriaal, mag alleen met een huiszoekingsbevel)
Slide 11 - Tekstslide
het doel van straffen
1. de straf moet het gedrag verbeteren 2. het moet de samenleving veiliger maken 3. omdat nederland een rechtstaat is moeten de wetten worden nageleefd 4. wraak voor de slachtoffers en nabestaanden
Slide 12 - Tekstslide
bamiboyys hier een nieuwfilmpje
https://www.youtube.com/watch?v=htCpRF2dfZQ
Slide 13 - Tekstslide
evaluatie(wat heb je geleerd)
1. wat is criminaliteit. 2. oorzaken van criminaliteit. 3. theorieën over criminaliteit
4. opgepakt en wat dan? 5. hoe werkt de rechtszaak. 6 wat de preventie of repressie inhoud