250304TR 3.7 Lijdende en bedrijvende vorm - herhaling

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
De directeur vraagt hem naar zijn kantoor te komen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
De directeur vraagt hem naar zijn kantoor te komen.

Slide 1 - Open vraag

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
De jongen heeft het cadeau vorige week aan zijn moeder gegeven.

Slide 2 - Open vraag

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
Heel lang geleden poetsten de mensen hun tanden niet.

Slide 3 - Open vraag

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta.

Slide 4 - Open vraag

Zet de volgende bedrijvende zin in de lijdende vorm:
Jara borstelt de hond.

Slide 5 - Open vraag

Zet de volgende lijdende zin in de bedrijvende vorm:
Jammer genoeg werd mijn broertje door hem overgeslagen.

Slide 6 - Open vraag

Zet de volgende lijdende zin in de bedrijvende vorm:
De hond is door Jara geborsteld.

Slide 7 - Open vraag

Zet de volgende lijdende zin in de bedrijvende vorm:
De hond was door Jara geborsteld.

Slide 8 - Open vraag

Zet de volgende lijdende zin in de bedrijvende vorm:
De school werd door de leerlingen bekogeld.

Slide 9 - Open vraag

Zet de volgende lijdende zin in de bedrijvende vorm:
Het schoolplein werd door bouwvakkers opgeknapt.

Slide 10 - Open vraag