1hv-wk20-bwb

Dinsdag 18 mei
H6: Grammatica Zinsdelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 18 mei
H6: Grammatica Zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Even bijkletsen
  • Het is weer dinsdag
  • Uitleg theorie
  • Werken aan de weektaak

Slide 2 - Tekstslide

Even bijkletsen..

Slide 3 - Tekstslide

Dilemma op dinsdag
Als je met iemand praat moet je in je neus peuteren
Je moet al je eten frituren

Slide 4 - Poll

Vandaag leer je...
-Wat een bijwoordelijke bepaling is
-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijke bepaling (bwb) kan in een zin staan, maar dat hoeft niet.
Ook kan je meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin hebben.
Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Als laatste mag je pas de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 6 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel. Maar niet op vragen die beginnen met wie of wat.
Waarom kun je die vragen niet stellen?

Slide 7 - Open vraag

Bijwoordelijke bepaling
Hoe vind je de bijwoordelijke bepalingen:
1. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde
2. Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
3. De zinsdelen die je nu nog over hebt, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling

Niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag.
Ook woorden als niet, zeker, wel, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk zijn een bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Tekstslide

Een bijwoordelijke bepaling..
A
zijn overgebleven zinsdelen
B
staan meestal niet in de zin
C
kun je vinden als je het gezegde hebt
D
valt niet onder zinsdelen

Slide 9 - Quizvraag

Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Welke vraag kan je niet stellen bij de bijwoordelijke bepaling?
A
waar
B
wanneer
C
wie
D
waarom

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de bwb in deze zin:
Mevrouw Lisse is vier jaar geleden in Twente getrouwd
A
Mevrouw Lisse
B
is getrouwd
C
vier jaar geleden
D
vier jaar geleden, in Twente

Slide 12 - Quizvraag

Rico : Een zin kan meer dan één bijwoordelijke bepaling
hebben.

Raya : Het woord 'niet' kan een bijwoordelijke bepaling zijn.
A
Rico en Raya hebben beide gelijk.
B
Rico en Raya hebben beide ongelijk.
C
Rico heeft gelijk; Raya niet.
D
Raya heeft gelijk; Rico niet.

Slide 13 - Quizvraag

Werken aan de weektaak

Week 20:
Afronden H6 WS

Begin H6 Gr ZD:
Maak opdr 1 t/m 3
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je van vandaag geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Hoe ging de les vandaag?
Ik heb goed gewerkt en ik snap de uitleg
Ik snap de uitleg nog niet
Ik ga de volgende keer beter werken

Slide 16 - Poll

Wat vond je van deze les?
Erg leuk
Wel prima
Niet heel erg leuk
Vreselijk

Slide 17 - Poll