Modellen, agents en emergent behaviour

Modellen, agents en emergent behaviour

Ga naar lessonup.com en login met de code onderaan het scherm
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Modellen, agents en emergent behaviour

Ga naar lessonup.com en login met de code onderaan het scherm

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
1. In eigen woorden uitleggen wat de begrippen "model", "agent" en "emergent behaviour" betekenen.
2. Met behulp van een voorbeeld van de Amerikaanse presidentsverkiezingen aangeven hoe individueel gedrag invloed kan hebben op groepsgedrag

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van een
computermodel

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Twee individuele regels voor mieren:
  1. Minder snel lopen als je een gat voor je ziet.
  2. Blijf zitten als je iemand op je rug voelt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zie je gebeuren als gevolg van de individuele regels?

Slide 7 - Open vraag

Simpel gedrag van agents (individuen) leidt tot complex emergent behaviour (groepsgedrag)

Slide 8 - Tekstslide


Een model wordt gebruikt om een fenomeen te beschrijven en/of te verklaren

Slide 9 - Tekstslide

Regels:
1. Tussen rood en blauw:
geen verandering

2. Tussen rood en rood:
verander naar rood

3. Tussen blauw en blauw:
verander naar blauw

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Regels:
1. Tussen rood en blauw:
verander naar blauw

2. Tussen rood en rood:
verander naar rood

3. Tussen blauw en blauw:
verander naar blauw

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aanpassing van individueel gedrag van de agents leidt tot ander groepsgedrag (emergent behaviour)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Gedrag van agents hebben invloed op de uitkomst van een model
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wie zijn de agent(s) in het model van de verkiezingen?
A
De president
B
De stemgerechtigden
C
De staten
D
Amerika

Slide 17 - Quizvraag

De mieren worden geleid door een "oppermier"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag