Familieverhalen

Familieverhalen
Je schrijft een familieverhaal.
Je leert over personages.
Je leert een omgeving beschrijven.
Je vertelt wat er gebeurd is.
Je vertelt waarom iets gebeurd is.
Je maakt een einde.

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Familieverhalen
Je schrijft een familieverhaal.
Je leert over personages.
Je leert een omgeving beschrijven.
Je vertelt wat er gebeurd is.
Je vertelt waarom iets gebeurd is.
Je maakt een einde.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 het personage
Hoofdfiguren - Over wie gaat het verhaal
Beschrijf de belangrijkste personen.
De lezer leert hem of haar goed kennen.

Bijfiguur - Zonder deze persoon is het geen goed verhaal.
Je beschrijft hem of haar minder uitgebreid.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdpersoon is ...

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het gat in de dijk
Je luistert twee keer naar een verhaal.
De tweede keer maak je aantekeningen.
Wat weet je van de hoofdfiguur.
Wie zijn de bijfiguren?


Slide 5 - Tekstslide

Water bij de melk p.87 voorlezen
Samen weet je meer
  1. Lees je aantekeningen door.
  2. Vergelijk je aantekeningen met de aantekeningen van iemand anders en vul aan.
  3. Beschrijf Hans heel uitgebreid.
  4. Noem de bijfiguren en zeg wie ze zijn.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is Hansje Brinker?

Zoek de beschrijving op in je schrift.
Wat weet je van Hansje?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees jouw beschrijving voor.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgeving
Je luistert nog een keer naar het verhaal.
Je maakt meteen aantekeningen over de omgeving.
  • Waar is Hans?
  • Hoe ziet het er daar uit?
  • Wat kun je er horen?
  • Hoe ruikt het?
  • Hoe kun je het verhaal spannender maken?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen weet je meer
  1. Lees je aantekeningen door.
  2. Vergelijk je aantekeningen met de aantekeningen van iemand anders en vul aan.
  3. Beschrijf de omgeving uitgebreid.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees jouw beschrijving voor.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er precies gebeurd?
  • Schrijf het verhaal op van Het gat in de dijk.
  • Besteed aandacht aan de personages en de omgeving.
  • Maak het verhaal zo spannend mogelijk.
  • Bedenk een ander einde aan het verhaal.
Werk in groepjes en lees het verhaal aan de anderen voor.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een spannend familieverhaal
Vraag jouw vader of moeder naar een avontuur dat iemand in de familie heeft meegemaakt.

Schrijf dit verhaal op in 200 tot 250 woorden.
Je beschrijft de personages, omgeving en gebeurtenis.
Beschrijf goed waarom het zo gelopen is.
Maak het verhaal spannend
Dit verhaal lever je volgende week in.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies