Spelling

Pak pen en papier
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak pen en papier

Slide 1 - Tekstslide

DICTEE

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Kijk het dictee na van je buurman of buurvrouw

Slide 3 - Tekstslide

Er gebeurt hier nooit iets leuks, vind ik.
Wordt je huis alleen geschilderd of ook verbouwd?
Hoe word je een goede kok, die in een handomdraai een driegangenmenu bereidt?
Vindt u een krant lezen belangrijk en onthoudt u alles wat u leest?
Hoeveel van het te besteden bedrag houd je over aan het einde van de maand?
Onze opnieuw geverfde schuur verkeert weer in goede staat. De jongere generatie facebookt niet, maar youtubet. Het te verwachten tekort betekent een bezuiniging op personeelskosten.
Als je een auto leaset, pas dan op dat je niet te veel betaalt. Het verbaast me dat hij zoiets handigs niet meteen downloadt.

Er gebeurt hier nooit iets leuks, vind ik.
Wordt je huis alleen geschilderd of ook verbouwd?
Hoe word je een goede kok, die in een handomdraai een driegangenmenu bereidt?
Vindt u een krant lezen belangrijk en onthoudt u alles wat u leest?
Hoeveel van het te besteden bedrag houd je over aan het einde van de maand?
Onze opnieuw geverfde schuur verkeert weer in goede staat. De jongere generatie facebookt niet, maar youtubet. Het te verwachten tekort betekent een bezuiniging op personeelskosten.
Als je een auto leaset, pas dan op dat je niet te veel betaalt.
Het verbaast me dat hij zoiets handigs niet meteen downloadt.

Slide 4 - Tekstslide

Welke tools of websites gebruik je om tekst te controleren op spelfouten?
Spellingchecker Word
Site: https://woordenlijst.org
Site: https://www.spelling.nu
Site: https://www.spelcheck.nl/tekstcontrole
Site: https://taaladvies.net 

Slide 5 - Tekstslide

Spelling tegenwoordige tijd
Het huis (branden) ott

Slide 6 - Tekstslide

Spelling verleden tijd (ovt)
Het huis (branden) ovt

Slide 7 - Tekstslide

Spelling voltooid deelwoord
Het huis heeft (branden)

Slide 8 - Tekstslide

Spelling werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Het (branden) huis

Slide 9 - Tekstslide

Op een sollicitatiebrief met spelfouten wordt je keihard afgerekend.


 

Slide 10 - Tekstslide

Afgelopen weken ... we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 11 - Quizvraag

werkwoordspelling
Morgen ... (presenteren) Remco de resultaten van zijn onderzoek
A
presenteert
B
presenteerd
C
presenteerdt
D
presenteer

Slide 12 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Slide 13 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 14 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 15 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 16 - Quizvraag

werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 17 - Quizvraag

Het ... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurdde
C
gebeurdt
D
gebeurt

Slide 18 - Quizvraag

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 19 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Hij onthoud.
B
Hij onthoudt.

Slide 20 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 21 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Zij downloadt het document
B
Zij download het document

Slide 22 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
Zij heeft het huis geverft
B
Zij heeft het huis geverfd

Slide 23 - Quizvraag