09.03 - h3 - Taalverzorging, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en e(n)

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning

  • Korte herhaling samenstellingen
  • Wanneer streepje in samenstellingen
Leerdoelen

- Ik weet wat de regels zijn voor samenstellingen en kan samenstellingen volgens de regels spellen.
- Ik kan woorden met koppelteken correct spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een samenstelling?

Slide 5 - Woordweb

Kies de juiste samenstelling:
A
Kippenhok
B
Kippehok

Slide 6 - Quizvraag

Maak een samenstelling van
rijst+vlaai

Slide 7 - Open vraag

Maak een samenstelling van
reus + leuk

Slide 8 - Open vraag

Dit zijn de onderwerpen die voorkomen in de toets:
- meervouden    
- verkleinwoorden
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden 
- sommige(n)/andere(n)/alle(n)/enkele(n) 
- samenstellingen 
wanneer streepje in samenstellingen <
- werkwoordspelling
- hoofdlettergebruik
- leestekens
- au/ou
- trema in werkwoorden/meervouden
- schrijven van getallen

Wanneer streepje in samenstellingen

Wat weet je al?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Koppelteken
Om uitspraakproblemen te voorkomen:
  • auto-ongeluk
  • koffie-uurtje
  • zee-eend

Slide 11 - Tekstslide

Noem een
samenstelling met een koppelteken
(-)

Slide 12 - Woordweb

Wel of geen koppelteken?
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 13 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 14 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
auto onderdelen
B
auto-onderdelen
C
autoonderdelen

Slide 15 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
stage uren
B
stage-uren
C
stageuren

Slide 16 - Quizvraag

Wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen
C
minimum inkomen

Slide 17 - Quizvraag

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord cijfers voorkomen.

bijvoorbeeld:
80-jarige

Slide 18 - Tekstslide

koppelteken
Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord een afkorting voorkomt.

bijvoorbeeld:
usb-stick

Slide 19 - Tekstslide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen

bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland

Slide 20 - Tekstslide

Maak een samenstelling van
ziekte + verschijnsel

Slide 21 - Open vraag

Maak een samenstelling van
aap + rots

Slide 22 - Open vraag

Maak een samenstelling van
stoom + schip

Slide 23 - Open vraag

Maak een samenstelling van beer+goed

Slide 24 - Open vraag

1. kerk + gemeenschap
2. zon + schijn
3. ziekte + verschijnsel
4. aap + rots
5. stoom + schip
6. personeel + feest
7. besmetting + gevaar
8. beer + goed
9. 90 + jarige
10. cd + hoesje

Slide 25 - Tekstslide

1. kerk + gemeenschap
2. zon + schijn
3. ziekte + verschijnsel
4. aap + rots
5. stoom + schip
6. personeel + feest
7. besmetting + gevaar
8. beer + goed
9. 90 + jarige
10. cd + hoesje
1. kerkgemeenschap
2. zonneschijn
3. ziekteverschijnsel
4. apenrots
5. stoomschip
6. personeelsfeest
7. besmettingsgevaar
8. beregoed
9. 90-jarige
10. cd-hoesje

Slide 26 - Tekstslide

Wat vinden jullie een fijne manier van "hybride" les krijgen?

Slide 27 - Open vraag