Les 2 - Blok 1 Spelling: persoonsvorm tt en vt

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Herhaling les gisteren (huiswerkcontrole)
- Voorkennis ophalen: wat weet je al over spelling?
- Uitleg blok 1 Spelling 
- Zelfstandig werken/verlengde instructie 
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen

✓ kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen


Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vorige les
+ huiswerkcontrole: blz. 41/42 opdr. 2 en 3 

Slide 4 - Tekstslide

Welke is correct?
Toen Aren van de stad is verhuist naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vind dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het word hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vind iedereen natuurlijk leuk!
Toen Aren van de stad is verhuisd naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vindt dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het wordt hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vindt iedereen natuurlijk leuk!

Slide 5 - Tekstslide

Welke is correct?
Toen Aren van de stad is verhuist naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vind dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het word hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vind iedereen natuurlijk leuk!
Toen Aren van de stad is verhuisd naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vindt dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het wordt hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vindt iedereen natuurlijk leuk!

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm in tegenwoordige tijd
Onderwerp
Vorm
Voorbeeld
Enkelvoud (1)
Ik, ....jij?

stam
Ik loop
Loop jij?

Enkelvoud (2)
jij, u, hij, zij, het
stam+t
Jij loopt
Hij loopt

Meervoud
wij, jullie, zij
stam+en
Wij lopen
Jullie lopen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. [vinden] ..... jij dat de school ver weg is?

2. [worden] Zij ..... later een advocaat

3. [verhuizen] De kinderen ..... volgende week naar Spanje

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. Vind jij dat de school ver weg is?

2. Zij wordt later een advocaat

3. De kinderen verhuizen volgende week naar Spanje

Slide 9 - Tekstslide

Klassikaal opdrachten maken
Blz. 27
Opdr. 1 en 2
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Zwakke en sterke werkwoorden: wat is het verschil?

Slide 11 - Woordweb

Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep

Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord. 

Bij welke gebruik je Kofschip en waarom? 

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep

Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord. 

Bij welke gebruik je Kofschip en waarom? 

Slide 13 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte/ontplofde op de gang langs alle lokalen

Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip? 
- ja: ik-vorm+te(n)
- nee: ik-vorm+de(n)
            

Slide 14 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte op de gang langs alle lokalen


Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
ontploffen - en = ontplof
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
ontplo
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip? 
- ja: ik-vorm+te(n) 

            

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zelfstandig werken / verlengde instructie 
Wat
Hoofdstuk 1 Spelling
Blz. 28-30 - opdr 4, 5 en 6

Hoe
Boek
Hulp
Zelfstandig / verlengde instructie (bij mij) 
Tijd
10/15 minuten
Klaar?
Huiswerk controleren
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting: vraagronde 
Aan het einde van de les...
kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen

kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen


Slide 18 - Tekstslide