Les 1 - Blok 5 Spelling: persoonsvorm tt en vt

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Voorkennis ophalen: wat weet je al over spelling?
- Uitleg blok 5 Spelling (in twee delen)
- Zelfstandig werken/verlengde instructie 
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen

✓ kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen


Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
  1. persoonsvorm
  2. voltooid deelwoord
  3. infinitief (heel werkwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:

1. Persoonsvorm 
- Hij loopt naar buiten

2. Voltooid deelwoord
- Hij heeft naar buiten gelopen

3. Heel werkwoord
- Wij lopen naar buiten

Slide 5 - Tekstslide

Welke is correct?
Toen Aren van de stad is verhuist naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vind dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het word hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vind iedereen natuurlijk leuk!
Toen Aren van de stad is verhuisd naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vindt dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het wordt hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vindt iedereen natuurlijk leuk!

Slide 6 - Tekstslide

Welke is correct?
Toen Aren van de stad is verhuist naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vind dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het word hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vind iedereen natuurlijk leuk!
Toen Aren van de stad is verhuisd naar een dorpje, is hem een paar dingen opgevallen. Hij vindt dat de winkels op zondag tot 22:00 open moeten blijven. Het wordt hoog tijd dat de openingstijden veranderd, want dan hebben we langer de tijd om te winkelen. Dat vindt iedereen natuurlijk leuk!

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm in tegenwoordige tijd
Onderwerp
Vorm
Voorbeeld
Enkelvoud (1)
Ik, ....jij?

stam
Ik loop
Loop jij?

Enkelvoud (2)
jij, u, hij, zij, het
stam+t
Jij loopt
Hij loopt

Meervoud
wij, jullie, zij
stam+en
Wij lopen
Jullie lopen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. [vinden] ..... jij dat de school ver weg is?

2. [worden] Zij ..... later een advocaat

3. [verhuizen] De kinderen ..... volgende week naar Spanje

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. Vind jij dat de school ver weg is?

2. Zij wordt later een advocaat

3. De kinderen verhuizen volgende week naar Spanje

Slide 10 - Tekstslide

Klassikaal opdrachten maken
Blz. 183
Opdr. 6
timer
6:00

Slide 11 - Tekstslide

Zwakke en sterke werkwoorden: wat is het verschil?

Slide 12 - Woordweb

Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep

Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord. 

Bij welke gebruik je Kofschip en waarom? 

Slide 13 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke ww) zijn werkwoorden waarbij een klank verandert in de verleden tijd
✓ ik zwem / ik zwom - ik denk / ik dacht - hij loopt / hij liep

Klankvaste werkwoorden (zwakke ww) zijn werkwoorden waarbij de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Je schrijft dan een -te(n)/-de(n) achter de stam van het woord. 

Bij welke gebruik je Kofschip en waarom? 

Slide 14 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte/ontplofde op de gang langs alle lokalen

Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip? 
- ja: ik-vorm+te(n)
- nee: ik-vorm+de(n)
            

Slide 15 - Tekstslide

Persoonsvorm in verleden tijd
De stinkbom ontplofte op de gang langs alle lokalen


Stap 1: noteer de stam van het werkwoord (stam = hele ww -en)
ontploffen - en = ontplof
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de stam
ontplo
Stap 3: zit de laatste letten in X 'Kofschip? 
- ja: ik-vorm+te(n) 

            

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke is correct gespeld?
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.

Slide 18 - Quizvraag

Welke is correct gespeld?
A
Houdt jij ook zo van werkwoordspelling?
B
Houd jij ook zo van werkwoordspelling?

Slide 19 - Quizvraag

Welke is correct gespeld?
A
heeft besteed
B
heeft besteedt

Slide 20 - Quizvraag

Welke is correct gespeld?
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig werken / verlengde instructie 
Wat
Blok 5 Spelling
Blz. 183 - opdr. 7

Hoe
Boek
Hulp
Zelfstandig / verlengde instructie (bij mij) 
Tijd
10 minuten
Klaar?
Huiswerk controleren
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting: vraagronde 
Aan het einde van de les...
kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen

kan ik de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen


Slide 23 - Tekstslide