7.2 A

Hoofdstuk 7
7.2 A Grafieken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
7.2 A Grafieken

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
een Grafiek tekenen,

Je hebt hiervoor nodig:
Een schrift met Roosters(grote hokjes).
Geo driehoek of liniaal;
evt. een rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

We gaan:
  • Klein stukje herhalen;
  • Video kijken met uitleg;
  • Theorie bespreken;
  • Samen een som maken;
  • Zelfstandig werken 

Slide 3 - Tekstslide

herhaling van de theorie van 7.1
Regelmaat.
Regelmaat betekent dat er bij elke "stap" hetzelfde gebeurt.





bij bovenstaande tabel is de regelmaat:
er komt €15,00 elke maand bij.

Slide 4 - Tekstslide

wat is de regelmaat in uren?
de regelmaat is......

Slide 5 - Open vraag

wat is de regelmaat in
inkomsten?
de regelmaat is......

Slide 6 - Open vraag

wat is de regelmaat in de
hele tabel?
de regelmaat is......

Slide 7 - Open vraag

wat is de regelmaat in minuten?
de regelmaat in is......

Slide 8 - Open vraag

wat is de regelmaat in liters?
de regelmaat in liters is......

Slide 9 - Open vraag

wat is de regelmaat in de tabel?
de regelmaat in de tabel is......

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Samen!
  • Bladzijde 68, opdracht 15;
  • Tijd in uren = zet pijltje en schrijf +.. of -..;
  • Vul het vaste bedrag in voor Walt;
  • Zet pijltjes bij inkomsten en schrijf erbij wat hij verdient p/u;
  •  reken uit hoeveel er steeds bij komt en vul dat in de tabel;

Slide 14 - Tekstslide

Tabel van inkomsten Walt

Slide 15 - Tekstslide

Samen!
  • Zet punten in het assenstelsel -kijk in de tabel!
  • Trek met je liniaal en potlood een rechte lijn over de puntjes die je gezet hebt. 
    kijk op de volgende slide!

Slide 16 - Tekstslide

Grafiek Walt
  • Lees of de grafiek goed is. 

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig!
Maak in je werkboek opdracht 16,
teken ook de bogen en schrijf erbij hoeveel erbij/eraf gaat.

Maak de opdrachten tm opdracht 18.

Slide 18 - Tekstslide