Vermenigvuldigen en delen met decimalen in de context
Slide 2 - Tekstslide
Deeltafels
Voorbeeld 210 : 30
Hoe gaan we aan het werk?
Voorbeeld 504 : 8
Hoe gaan we aan het werk?
Slide 3 - Tekstslide
Vermenigvuldigen
Voorbeeld 6 x 93
Hoe gaan we aan het werk?
1. Cijferend Rekenen
2 Splitsen
(3. Handig Rekenen)
Slide 4 - Tekstslide
Geld optellen en aftrekken
Waar moeten we om denken?
De komma staan altijd onder elkaar
Als er geen komma staat, dan plaatsen we die
Slide 5 - Tekstslide
Wisselgeld berekenen
Slide 6 - Tekstslide
Getallenlijnen
Slide 7 - Tekstslide
Reken uit:
Anouk heeft kunstmest gekocht. In een zak zit 20 kg kunstmest. Ze gebruikt 0,4 kg kunstmest per plantenbak. Hoeveel plantenbakken kan ze hiermee vullen in totaal?
Slide 8 - Tekstslide
Reken uit:
Sep werkt 12 uur per week. Hij verdient 4,50 euro per uur. Hoeveel verdient hij per week?
Sjaak koopt 6 meloenen van 2,98 euro per stuk. Wat moet hij betalen?
Slide 9 - Tekstslide
Reken uit:
Joes koopt een mueslibroodje van 1,57 en een peer van 0,65. Hij koopt er ook nog wasmiddel bij van 9,42. Wat moet hij betalen?
Geert doet twee pakken gehakt in een pan. In het ene pak zit 0,8 kilogram gehakt. In het andere pak zit 1,37 kg gehakt. Hoeveel zit er in totaal in de pan?
Slide 10 - Tekstslide
Reken uit:
Hans bezorgt folders. Hij krijgt 5 eurocent betaald per bezorgde folder. In de wijk die hij loopt, staan 260 huizen. Bij elk huis moet hij 12 folders bezorgen. Wat levert hem deze folderwijk op?
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken: opgaven van Les 17
Klaar? Maak je rode cirkels en daarna mag je stil iets voor je zelf doen.