Les 61 | Hoe schrijf je getallen

Nederlands
Week 12 | 01

Pak alvast je leesboek, lesboek, schrift & papier
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Week 12 | 01

Pak alvast je leesboek, lesboek, schrift & papier

Slide 1 - Tekstslide

.
.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
10 minuten lezen
3 minuten terugblik vorige week
7 minuten instructie
5 minuten samen maken : opdracht 6
15 minuten zelfstandig werken (+ controle huiswerk)
5 minuten afsluiten les


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week
Les 40 | hoe schrijf je een klachtenmail?

Les 72 | hoe schrijf je een goede alinea?

Is het gelukt? Zijn er vragen?
30 maart 2023 toets!


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les kun je bepalen of je een getal in cijfers of letters moet schrijven.

Waarom is dit belangrijk?


Slide 5 - Tekstslide

Schrijfwijze cijfers & getallen

soms in cijfers, soms in letters 

HUH??!!

Slide 6 - Tekstslide

De regel: getallen in letters
De volgende getallen schrijven we in letters:

- Getallen tot twintig: twee, vijftien, negentien
-  Tientallen tot honderd: twintig, veertig, negentig 
- Ronde getallen met honderd, duizend, miljoen , miljard

                                                                      .... MAAR .....



Slide 7 - Tekstslide

De regel: getallen in letters

Let op!
ronde getallen met duizend = één woord: zesduizend, honderdduizend 
ronde getallen met miljoen en miljard = twee losse woorden: vijf miljoen, drie miljard


Slide 8 - Tekstslide

Getallen in cijfers:
  • Getallen vanaf 20 die niet rond zijn: 23, 47, 112
  • Jaartallen en data: 22 maart 2023
  • Temperatuur: 21 C
  • Gewicht: 71 kilo
  • Maten: 1,5 meter, 3 centimeter
  • Bedragen: 23,00 euro
  • Snelheden: 50 km/uur

Slide 9 - Tekstslide

Hij woont op huisnummer dertien/13.
A
dertien
B
13

Slide 10 - Quizvraag

Er keken 400.000/ vier honderdduizend/ vierhonderdduizend mensen naar het programma.
A
400.000
B
vier honderdduizend
C
vierhonderdduizend

Slide 11 - Quizvraag

Je moet minstens twee/2 uur wachten voor je aan de beurt bent.
A
twee
B
2

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 6
De kudde van de boer telt vierhonderd koeien.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht 6
Herhaal de behandeling zo nodig 4 keer.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Er kwamen 10 duizend mensen naar de demonstratie.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

De juiste dosis van dit medicijn is twee pillen per dag.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Het skelet van een volwassene weegt ongeveer veertien kilo.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
Je gaat nu zelf oefenen:

Les 61 | hoe schrijf je getallen?

Klaar? Leer de woorden!

Start alvast met les 69 | hoe gebruik je afkortingen?

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel | Ik weet nu of ik een getal in cijfers of in letters moet schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Volgende les
Neem je leesboek, lesboek, schrift & pen mee.

Uitleg les 69 | hoe gebruik je afkortingen.

Werken aan weektaak.

Slide 20 - Tekstslide