Taalcompleet KNM 6.6 en 6.7

Wat heb je nodig om een
bedrijf te starten?
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig om een
bedrijf te starten?

Slide 1 - Woordweb

6.6 Een eigen bedrijf
KvK Kamer van Koophandel - jouw bedrijf inschrijven bij de KvK. Ze helpen met jouw plannen en over financiering.

Financiering - geld dat je nodig hebt.

Btw-nummer - een belangrijk nummer voor de Belastingdienst.
 


Slide 2 - Tekstslide

6.6 Een eigen bedrijf
De papieren
sommige bedrijven moet je een diploma of een certificaat hebben.
soms moet je ook een vergunning aanvragen.

vergunning - officiële toestemming.
 


Slide 3 - Tekstslide

6.6 Een eigen bedrijf
Het ondernemingsplan
Waarom start je dit bedrijf? Wat ga je maken of verkopen? doe je het alleen of samen met anderen..... etc..blz.70

De financiering- Je gebruikt je eigen spaargeld. Dat heet investeren. blz.71 de rest.
 


Slide 4 - Tekstslide

de papieren
luister hier

Slide 5 - Tekstslide

het ondernemingsplan
luister hier

Slide 6 - Tekstslide

de financiering
luister hier

Slide 7 - Tekstslide

de financiering
luister hier

Slide 8 - Tekstslide

Om een bedrijf te kunnen starten heb je altijd een vergunning nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

In een ondernemingsplan staat wat je met je bedrijf gaat doen en hoe.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Soorten uitkeringen blz. 71
WW- uitkering - mensen zonder werk (werkloos).
Ziektewet-uitkering en WIA- uitkering - mensen die ziek zijn en niet kunnen werken, ook veel pijn hebben of psychische problemen hebben.
Bijstandsuitkering - mensen die niet genoeg geld hebben om gewone dingen te kunnen betalen, zoals huur, eten en kleding.
AOW - uitkering - mensen die ongeveer 67 jaar of ouder zijn.

Slide 11 - Tekstslide

6.7 Uitkeringen
UWV - vraag je de meeste uitkeringen.
Gemeente - bijstandsuitkering.
AOW - vraag je aan bij Sociale Verzekeringsbank (SVB)


 


Slide 12 - Tekstslide

6.7 Uitkeringen
Plichten - wat je moet doen
Je moet bijvoorbeeld veel solliciteren en vacatures zoeken.
Soms moet je vrijwilligerswerk doen. Als je dat niet doet krijg je minder geld of een boete.
Alleenstaande ouder met een kind onder vijf jaar hoeft geen werk te zoeken.


 


Slide 13 - Tekstslide

6.7 Uitkeringen
UWV - controleert mensen met een ww-uitkering, een ziektewet-uitkering of een WIA-uitkering

Sociale dienst bij de gemeente - controleert mensen die een bijstandsuitkering krijgen.


 


Slide 14 - Tekstslide

Noem 4 soorten uitkeringen.

Slide 15 - Open vraag

Iemand die werkloos is krijgt een bijstandsuitkering
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Iemand die niet genoeg geld heeft om de huur, eten of kleding te betalen kan een bijstandsuitkering krijgen.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een AOW- uitkering is voor alle mensen die ongeveer 67 jaar of ouder zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een bijstandsuitkering vraag je aan bij het UWV.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een AOW-uitkering vraag je aan bij de sociale verzekeringsbank.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Wat moet je doen (plichten) als je een bijstandsuitkering of WW-uitkering krijgt?

Slide 21 - Open vraag

Wie controleert de mensen met een WW-uitkering, een ziektewetuitkering of een WIA-uitkering?
A
Het UWV
B
De gemeente

Slide 22 - Quizvraag

Wie controleert de mensen met een bijstandsuitkering?
A
Het UWV
B
De gemeente

Slide 23 - Quizvraag